Ik heb dit boek gekozen omdat ik Simone van der Vlugt een
erg goede schrijfster vind. Ze heeft al meerdere verhalen geschreven over misdaden.
Dit boek is haar meest recente boek, het is nog niet zo lang uit. Ik was
nieuwsgierig of dit boek weer zo goed zou zijn.
Er lagen grote stapels van dit boek in de boekwinkel. Met
een rode sticker erop: de nieuwe van Simone van der Vlugt. Op de achterzijde
van het boek staan twee recencies:
• ‘Het is duidelijk dat deze
veelzijdige acteur de lat telkens hoger legt voor zichzelf.’ De Telegraaf.
• ‘Van der Vlugt toont dat ze in het
construeren van een verhaal heel behendig is.’ NRC Handelsblad
Hierdoor trok het boek mijn aandacht. Als je dan ook nog
de inleiding op de binnenflap van het boek leest, krijg je gewoon zin om te
beginnen met lezen.
Het verhaal.
Op een avond vindt een man terwijl hij zijn hond uitlaat
het lichaam van David Hoogland, een 28 jarige onderwijzer van een basisschool.
Hij staat goed bekend, is geliefd bij leerlingen en collega’s en heeft een
leuke vriendin. Ondanks dat blijkt David Hoogland te zijn vermoord. De klap met
een hamer op zijn hoofd heeft hem niet gedood maar wel het afsnijden van zijn
penis waardoor hij is doodgebloed. De moordenaar heeft de penis daarna in de
mond van het slachtoffer gestopt als een soort handtekening. Rechercheur
Moordzaken Lois Elzinga van het politieteam Noord-Holland Noord en haar partner
Fred staan voor een raadsel. Er zijn bijna geen aanwijzingen. Het slachtoffer
had een folder van een kunstexpositie in zijn zak maar een bezoek aan
kunstenares Maaike Scholten brengt een oplossing niet dichterbij. Als er meer
moorden volgen begint Lois langzaam maar zeker verbanden te zien. Voor het
ontmaskeren van de dader neemt zij grote risico’s waarmee zij haar eigen leven
op het spel zet.
Thema.
Een van de belangrijkste thema’s van het boek is DIS
(dissociatieve identiteitsstoornis). Op het internet heb ik informatie gevonden
over DIS:
‘’DIS is een psychische aandoening waarbij iemand
afwisselend twee (of meer) van elkaar te onderscheiden
persoonlijkheidstoestanden kan aannemen. Ten minste twee van deze
persoonlijkheden nemen regelmatig het gedrag volledig over. Vaak heeft de
patiënt ‘gaten in het geheugen’ die niet door vergeetachtigheid te verklaren
zijn. Vaak weet de oorspronkelijke persoonlijkheid niets van de andere
persoonlijkheden (ook wel alter ego’s, alters of binnenmensen genoemd). De
andere persoonlijkheden weten soms wel af van de oorspronkelijke identiteit en
van elkaar. De alternatieve persoonlijkheden zijn in die zin volledig, dat ze
een eigen karakter en verleden hebben en soms ook andere uiterlijke kenmerken
(een ander stem- en taalgebruik). De alterego’s kunnen allemaal een eigen naam
hebben, maar het hoeft niet per se. Sommige mensen met DIS hebben geen namen
voor hun alterego’s, maar toch zijn het andere persoonlijkheden.’’
De dader van de moorden is Tamara. Tamara is het alter
ego van Maaike. Maaike is lief en aardig, Tamara is hard en gewelddadig. Dan is
er ook nog een derde persoonlijkheid: Stefanie. Stefanie is nog jong en
onschuldig.
Ter illustratie van het thema DIS twee fragmenten uit het
boek:
Eerste fragment:
‘Stefanie, jij kunt ervoor zorgen dat Tamara geen mensen
meer pijn doet.’
‘Hoe dan?’
‘Om te beginnen door mij los te maken.’
Verschrikt kijkt Stefanie op. ‘Nee, nee, dat gaat niet.’
‘Waarom niet? Je kunt toch een schaar pakken of een
mesje?’
‘Dat hóórt ze,’ zegt Stefanie op een gedempte toon.
‘Maaike kan ons niet horen, maar Tamara wel. Ze hoort alles wat we zeggen.
Uiteg:
Tamara heeft een baksteen op Lois’ hoofd gegooid en
daarna vastgebonden. De hele dag heeft Lois met Tamara gepraat terwijl ze daar
vastgebonden lag. Als Lois de volgende dag wakker wordt zit Stefanie aan de
rand van haar bed. Stefanie heeft Lois verbonden want Tamara had haar gestoken
met een mes.
Ik denk dat het vanzelfsprekend is waarom dit fragment
aansluit bij de thematiek van het boek. Maaike weet niets van de daden van
Tamara en Stefanie. Tamara heeft al drie mensen vermoord maar Maaike hoort het
allemaal achteraf van andere mensen. Ook hoort Maaike niet wat Tamara en
Stefanie zeggen, terwijl dit andersom wel het geval is.
Tweede fragment:
‘Ze wilt terugkomen,’ fluistert Maaike. ‘Tamara probeert
te wisselen.’
‘Hou haar tegen! Geef haar de kans niet.’
Lois ziet Maaikes ogen wegraaien en schreeuwt haar bijna
terug. ‘Blijf hier! Maaike, kom op, je kunt het! Geef er niet aan toe! Tamara
is moe, je kunt haar aan!’
Uitleg:
Lois heeft aan Stefanie gevraagd of ze met even met Maaike
mocht praten. Lois praatte met Maaike over haar stoornis maar Maaike wist niet
of ze er iets aan wilde doen.
Karakterbeschrijving.
Het boek is geschreven vanuit rechercheur Moordzaken Lois
Elzinga. Zij is vrijgezel en gehecht aan haar
vrije leven. Lois is een harde werker. Haar familie vindt haar een
workaholic. Lois sport veel, maar zorgt verder niet altijd goed voor zichzelf. Hoewel ze
tevreden is met haar leven, is ze soms jaloers op het gezellige gezinsleven van
haar zus. Maar als een vriendschap dreigt uit te groeien tot een relatie (zoals
met de psycholoog Onno), neemt ze
afstand om dit te voorkomen.
Ik vind het moeilijk om te beoordelen of ik op dezelfde
manier in het leven sta als Lois. Zij is al volwassen. Ze woont zelfstandig en
heeft een baan. Haar leven ziet er heel anders uit dan mijn leven op dit
moment. Ik zou wel vrienden met Lois kunnen worden. Ze is nuchter en reageert
rechtstreeks. Ze laat zich niet zo snel gek maken. Deze karaktereigenschappen passen ook bij mij.
Taalgebruik
Het boek is zo geschreven, dat je het gevoel hebt dat je
zelf aanwezig bent. Dat wat er gebeurt wordt niet kort en zakelijk verteld,
maar gedetailleerd.
Het is meer een soort ‘spreektaal’. Zoals je in het
dagelijks leven zelf spreekt. Verder wordt er af en toe een grapje gemaakt,
zonder dat dit erg opvallend wordt beschreven.
Het zijn vaak korte zinnen, gesprekken tussen twee
personen.
Als voorbeeld een stukje tekst van blz 84: Hij gaat
zitten en rekt zich eens goed uit. ‘Ik ben aan vakantie toe, met palmen en zon.’
‘Ik dacht dat je net geweest was. Je tanden zien zo bruin.’
Nick is sportief genoeg om te grinniken. ‘Lachen met jou
zeg. Wat ben je aan het doen?’ ‘Het zit me niet lekker dat we zo weinig
opschieten, dus ik ga al het papierwerk maar eens doornemen’, zegt Lois. ‘Vooral
van de mensen die ik zelf niet gehoord heb.’ ‘Rotklus’ zegt Nick. ‘Maar wel
nuttig. Wil je koffie?’ ‘Lekker’.
Stemming tijdens het lezen
Tijdens het lezen van het boek werd ik soms een beetje
bang. Ik vond het vies als Lois beschreef hoe de overledene erbij lag. Dit was
vaak met veel bloed en de persoon lag vaak in een rare houding. Dit vond ik
niet heel fijn om te lezen. Als Lois en Fred weer naar een plaats van delict
moesten kreeg ik een raar gevoel en hoopte ik dat het mee viel.
Ook was ik aan het einde een beetje bang. Dit kwam omdat
Lois naar het huis ging van Helen. Helen was op vakantie en Tamara had
ingebroken en bevond zich in het huis. Lois wist niet dat Tamara in het huis
was en werd in de tuin neergeslagen met een steen. Ik wist dat Tamara in het
huis van Helen was, maar Lois wist dat niet. Hierdoor werd het wel extra
spannend.
Boodschap of moraal
Het boek heeft mij niets gebracht in de zin van een
boodschap of een moraal. Het is een spannend boek, dat je ter ontspanning kunt
lezen. Het is geen informatief boek, waarbij je iets leert. Het enige dat het
boek mij heeft gebracht is de informatie over de stoornis DIS. Ik wist niet dat
DIS bestond. Toen ik het boek aan het lezen was vond ik het hierdoor erg
onrealistisch. Op een gegeven moment ben ik achter de computer gaan zitten en
ben gaan zoeken op het internet. Het is dus een bestaande stoornis. Ik had er nog
nooit van gehoord. Ik vind het een erge stoornis, vooral omdat de patiënt het
(bijna) niet door heeft. Ik hoop dit in mijn omgeving niet mee te maken, dat
lijkt me verschrikkelijk. Ik denk dat veel mensen niet van DIS afweten.
Vergelijking
Het boek dat ik in de eerste periode heb gelezen is Joël
geschreven door Carry Slee. Dit boek gaat wel over een moord maar het gaat
vooral over het leven van vier studenten. Wel gaat de hoofdpersoon uitzoeken
wie het meisje heeft vermoord. Alleen dit wordt niet gedaan door de politie
maar door een kamergenoot. Dit boek is geschreven voor jongeren en dat merk je
ook aan de onderwerpen welke in het boek voorkomen en de schrijfstijl.
Het boek dat ik in de tweede periode heb gelezen is De
donkere kamer van Damokles geschreven door Willem Frederik Hermans. Dit verhaal
speelt zich af tijdens de tweede
wereldoorlog. In dit boek worden ook veel mensen vermoord maar dan weet de
lezer gelijk wie de dader is, de hoofdpersoon.
Dit boek is al enige tijd geleden geschreven en dat merk
je aan de woorden welke zijn gebruikt. Ik vond het een mooi boek, maar sommige
stukken wat saaier.
Aan niemand vertellen is een spannend boek. Je wilt graag
weten hoe het verhaal verder gaat. Het leest makkelijk, het is eenvoudig
geschreven. Ik vind het wel jammer dat
al vrij vroeg in het verhaal bekend is wie het heeft gedaan. Hoewel het leuk is
om te lezen en te ontdekken hoe Lois en haar collega’s de dader uiteindelijk ontdekken,
wordt de daardoor wel minder spannend.
De uitleg over psychiatrische stoornissen is duidelijk maar erg saai
beschreven. Simone van der Vlugt zou nog
meer verhalen kunnen schrijven met Lois Elzinga als hoofdpersoon.
Twee vragen
• De hoofdpersoon in Aan niemand
vertellen is Lois Elzinga. Zij is rechercheur moordzaken. Dit betekent dat zij
altijd klaar moet staan voor haar werk. Ook als ze op een feestje is kan ze
worden opgeroepen. Zou jij dit kunnen? Zou jij je zo voor je werk kunnen
inzetten dat je er altijd rekening mee kunt houden?
• In het boek komt de stoornis DIS
voor. Had je hier al eens van gehoord? Kan je je voorstellen hoe het voor
iemand zal zijn om meerdere personages in zich te hebben? Lijkt het je vreemd
om met iemand om te gaan met deze stoornis?