14. Vervlochten grenzen - Marion Bloem

Onderdeel van de leeslijst: vrije keuze uit bovenstaande 14 keuzes.
Dit boek is uitgegeven in 2009.

Samenvatting van de inhoud Senne (blz. 9-47)
Senne Portier, een mooi halfbloed meisje, is achttien jaar oud en ze maakt zich op om haar koffers te pakken en naar Nederland af te reizen. Mondjesmaat wordt aan de lezer prijsgegeven wat er zich heeft afgespeeld. Ze had op de Jakarta International School (JIS) een Indonesisch vriendje dat de bijnaam Knife had, maar die verder HIQ wordt genoemd. Omdat hij sympathiseerde met de terroristen die een aanslag op Bali hadden gepleegd, kregen ze ruzie en is HIQ uit haar leven verdwenen. Haar vader Ray is kort ervoor overleden onder verdachte omstandigheden. Ze zag haar vader maar weinig vanwege de drukke werkzaamheden van hem.
Senne vertelt ook over haar oma en opa in het Jappenkamp en haar Opa Portier die in het KNIL heeft gediend. In 1950 zijn ze op aandringen van oma naar Nederland verhuisd. Senne heeft een goede band gehad met haar vader Ray. Dat komt o.a. omdat ze op school een werkstuk over het verleden van zijn vader heeft gemaakt. Zij kreeg gegevens los van haar opa, die verder het liefst over zijn verleden zweeg tegenover zijn kinderen. Hij heeft eigenlijk spijt van zijn intrede in het KNIL gehad.
Deel I besluit dan ook met een brief van Ray aan Senne waarin o.a. haar naam wordt uitgelegd (Die betekent Waarheid) Hij geeft verder aan dat hij voor zijn werk veel van huis is geweest en haar maar weinig heeft gezien. Hij is wel trots op haar vanwege het werkstuk dat ze op JIS heeft gemaakt. Hij vraagt haar een boek over Opa Portier te schrijven, want hij denkt dat ze daartoe wel in staat is.

Opa Portier (blz. 51-73)
Opa Portier wordt nu van binnenuit in de hij-vorm beschreven. Hij denkt aan vroeger terug. Ooit heeft hij toen hij het kamp moest bewaken een man neergeschoten: het was hij of hijzelf. Hij zit nu in Nederland en krijgt in zijn visie steeds bezoek van de mensen die al in de hemel zijn (zijn vader en zijn moeder en zijn zoon Ray)
Hij vertelt over zijn verhouding tussen zijn ouders. Na een ongeluk, was zijn vader arm geworden en bovendien zijn bezittingen gaan vergokken. Hij moest wel eens in de ruzies tussenbeide komen. Dat had zijn leven beïnvloed.
Hij vertelt ook dat hij een scheepsramp heeft overleefd en in het KNIL heeft gediend. Zijn dominante vrouw heeft hem later min of meer gedwongen om naar Nederland te vertrekken.
Ook vertelt hij aan de lezer over zijn grote liefde Sita aan wie hij nooit had durven vertellen dat hij op haar verliefd was: het was een Indonesisch meisje. Een ander verhaal dat hij vertelt is zijn herinnering aan oom Nap, een inlander die een grote reputatie bezat en o.a. een slang op zijn penis had laten tatoeëren. Van Oom Nap had hij een hoop geleerd: o.a. een bepaalde vechtkunst.

Senne (77-116)
Senne is met haar koffers in Nederland aangekomen: ze staat voor de deur bij oma en opa Portier in een klein dorp (waarschijnlijk Soesterberg) Ze hoort dat haar oudere broer Dian juist in Indonesië zit. Veel dingen uit haar jeugd zijn inmiddels uit het kleine dorp verdwenen. De speelplekken en het kamp waarin ongewenste vreemdelingen werden vastgehouden (een soort asielzoekershuis) Oma moppert dat de vliegbasis verdwenen is. Opa geeft aan dat hij liever in Indonesië was gebleven. Hij is ziek (kanker) Zijn vrouw had er destijds op aangedrongen, het was een heel dominante vrouw. Senne vertelt opnieuw over HIQ die de bomaanslagen op Bali had verdedigd, waarna de verkering was uitgegaan. Ze mist hem wel. Ze is overigens blij dat ze een internationale opvoeding en opleiding heeft genoten, want ze ergert zich aan de bekrompenheid van het Nederlandse dorp, waarin helemaal niets gebeurt.

Opa takelt steeds meer af: hij krijgt een ziekenhuisbed in de kamer, waarvoor de grote bank moet wijken. Dat is een symbolisch verhaal, want op die bank zaten soms wel 12 familieleden naar een voetbalwedstrijd te kijken. Het meubelstuk symboliseert de verbondenheid in de familie. Senne moet de bank in stukken zagen.
Wanneer Ray in Indonesië doodgaat, wordt hij gecremeerd. Opa en Oma Portier kunnen daar niet bij aanwezig zijn.

Bodo (blz.119-174)
Dan wijzigt het perspectief. Bodo Stam, een 60-jarige veiligheidsbediende in een hotel, herkent een jonge, knappe man die in zijn omgeving vrouwen bevraagt. Het moet de kleinzoon van Portier zijn. Het lijkt alsof de jongen op zoek is naar een rijpere prostituee. Maar dan vertelt Dian (de broer van Senne) dat hij naar Indonesië is gekomen om de waarheid van zijn vader te achterhalen. Die is gestorven aan de knokkelkoorts in de nabijheid van een 30-jarige vrouw Nashira. Zijn moeder denkt dat die de minnares van Ray was. Haar kinderen Senne en Dian twijfelen echter aan die versie en Dian is op zoek naar de waarheid omtrent de dood van zijn vader.
Bodo heeft veel relaties in de uitgaanswereld en introduceert Dian daarom wat gemakkelijker in de wereld van disco’s en bars. Ineens ontmoet Dian zijn eigen moeder die niet weet dat hij in Indonesië was. Hij gaat met haar mee, maar niet nadat hij Bodo heeft gevraagd om naar Nashira te zoeken. Die weet haar niet lang daarna te vinden (Bodo is er nogal happig op om met de mooie vrouw mee te gaan) en vertrekt met haar naar Sidoarjo, waar ze haar broer hoopt te vinden bij een terroristenleider. In Sidoarjo is sinds 2006 een vuile modderstroom uit de grond gekomen. Ze vertelt Bodo dat Ray had geprobeerd haar te helpen haar broertje te vinden en daarmee is de opdracht voor Dian wel vervuld. Ray is helemaal niet vreemd gegaan met Nashira. Die familiekwestie is dus opgelost. Nashira vindt bij een stervende oude leider haar broertje terug. Bodo weet dat deze leider getrouwd was met de mooie vrouw Sita. Hij vraagt aan de kleinzoon van de man waar Sita is. De kleinzoon antwoordt dat die al lang geleden overleden is.

Senne (blz. 177-203)
Senne helpt haar oma nu veel in het huishouden: ze lijkt wel een dienstbode: veel tantes komen op bezoek. Ze moet haar oma vaak helpen met het verschonen van opa die in zijn bed poept. De hulpverlening in Nederland wordt aan de kaak gesteld. Op uitnodiging gaat Senne een keer naar haar tante die haar een familiegeheim wil vertellen. Het gaat over opa Portier die verhalen heeft geschreven over zijn jeugd. Maar Oma mag dat niet weten. De verhalen zijn aan de tante toevertrouwd, maar ze had er maar één bewaard en die wil ze aan Senne geven. Die heeft echter uit haar tijd in Jakarta ook verhalen van opa gekregen en ze besluit die nu te lezen en te publiceren. Het verhaal van de tante is op behangpapier gepubliceerd. Opa was bang dat oma die in handen zou krijgen: dat zou ze niet leuk gevonden hebben. Opa wordt steeds zieker.

Opa’s fictie ( Blz.207-263)
In zestien korte hoofdstukken vertelt Opa Portier over zijn vriendschap met ene Albert en met Boeli Stam. Het kattenkwaad dat ze uithalen (o.a pissen op inlanders) is soms beschamend. Boeli spreekt “dirty talk” over Sita, Opa’s jeugdliefde. Opa wordt daarover erg boos. Hij kan Boeli wel in elkaar timmeren.
Na het pissen op de inlanders krijgen ze ontslag van hun baas en moet Opa in het KNIL. Hij wordt door de Jappen krijgsgevangen gemaakt en overleeft later de grootste scheepsramp in de geschiedenis, toen een Britse onderzeeër een Japans konvooischip torpedeerde. (De scheepsramp bij Yunio Maru) Er zijn duizenden slachtoffers. Dankzij een vriend (Ruud) had Opa, die niet kon zwemmen, de tragedie overleefd. Via kampen, waarin hij als bewaker optrad, overleeft hij de oorlog. Na de oorlog ziet hij Sita lange tijd niet meer. Hij raakt bevriend met een inlander (Tom) die voor de Revolutie vecht, maar gevangen wordt genomen en later wordt uitgeruild voor Boeli Stam. Het is een vijand maar tegelijkertijd een vriend. Hier raken de grenzen van het bestaan gevlochten. (titel)
Bij de uitwisseling ziet hij ineens Sita weer, maar hij durft haar weer niet aan te spreken. Boelie is de vader van de nare Bodo Stam.
Jaren later ziet hij een keer in Jakarta zijn vriend Tom weer. Die vertelt hem dat Sita aan hem heeft opgebiecht dat ze een grote jeugdliefde heeft gehad. Opa begrijpt dat hij dat was.
Ruud zorgt er later voor dat Opa kennis maakt met zijn vrouw Melanie de Krijger: een vrij dominante Hollandse vrouw. Ze was licht gehandicapt, maar Ruud was vastberaden om de afspraak met haar en opa te maken. Later waren ze getrouwd en naar Nederland verhuisd.

Senne (blz. 267-282)
Senne is weer in Jakarta. Ze is er om haar opa’s as uit te strooien. Daarna vertelt ze achteraf hoe de laatste pijnlijke dagen en de crematie van haar opa zijn verlopen. Bodo Stam was haar opa nog komen opzoeken, maar hij had niet zo positief op de nare man gereageerd. Bij de begrafenis spreekt ook Ruud nog een woordje: hij was immers de postduif van de liefde. Hij had opa en Melanie gekoppeld.
Op Bali ontmoet Senne in een discotheek HIQ bij toeval. Ze zoenen. Hij vertelt dat hij een jaar nodig heeft gehad om te merken dat hij haar miste. Hij schrijft zijn e-mailadres en mobiele nummer op haar lijf, maar in het hotel wast ze het adres en het nummer weer eraf. Ze vliegt de volgende dag naar Jakarta terug.
In het laatste hoofdstuk meldt ze aan de lezer dat ze van oma een bundel papieren had gekregen (de verhalen van haar opa) Die had de dominante vrouw dus toch bewaard en niet verbrand. Ze besluit de as van opa en de as van de verbrande verhalen bij elkaar te begraven in de modderige grond van Sidoarjo. Uit die overblijfselen zullen later vruchtbare rijstvelden herrijzen.


Recensie
Na de dood van haar vader reist de achttienjarige Senne van Jakarta, waar ze is opgegroeid, naar Nederland om zich daar in het leven van haar opa te verdiepen. Haar broer Dian zwerft op dat moment rond in Indonesië om de beschuldigingen van zijn moeder aan het adres van hun overleden vader te weerleggen. Senne en Dian zijn kinderen van hun tijd: internet is een tweede huis, en de dreiging van terrorisme een gegeven. Door hun duik in het verleden worden ze geconfronteerd met de grenzen van hun eigen geweten en dat van hun naaste familie. Vervlochten grenzen vertelt aan de hand van een familiegeschiedenis over de driehoeksverhouding Nederlands-Indië, Indonesië en Nederland. De rode draad is het verhaal van opa, een ex-KNIL-militair, die het op zijn sterfbed betreurt dat hij zestig jaar geleden niet voor de onafhankelijkheid van zijn geboorteland koos. Marion Bloem is dé chroniqueur van Nederlands-Indië. Zonder nostalgie maar met compassie beschreef zij in eerdere romans het Indische milieu waar zij zelf deel van uitmaakt. Ook het nieuwe Indonesië heeft zij beschreven. Toch is de wijze waarop zij bovengenoemde drie werelden in Vervlochten grenzen met elkaar verbindt, vernieuwend. Bloem, een echte kosmopoliet, verlegt haar grenzen met Vervlochten grenzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten