11. Geachte heer M. - Herman Koch

Onderdeel van de leeslijst: een in het examenjaar verschenen roman.
Dit boek is uitgegeven in 2014.

Samenvatting:
Lerarensterfte ( Ho 1-11)
De ik-verteller is benedenbuurman van de bekende schrijver M. Hij schrijft die als het ware een brief maar die wordt nooit verzonden. M. is beroemd geworden met het boek Afrekening over twee tieners die hun leraar geschiedenis laten verdwijnen. Dat is in werkelijkheid veertig jaar geleden gebeurd en M. heeft zich destijds verdiept in de materie er een eigen verhaal van gemaakt. Verder heeft hij niet veel bijzonders geschreven: vaak boeken over de oorlog (hij had een foute vader). Er is net een boek van hem uit: Bevrijdingsjaar over Joodse kinderen.


In dit deel van de roman vertelt de ik-verteller over de dood van enkele leraren op zijn school  toen hij in de vijfde klas vwo zat. Er was toen ook een docent verdwenen: de geschiedenisleraar Jan Landzaat. De lezer begint de link al te begrijpen.  In dit hoofdstuk krijgen leraren ook een lekkere veeg uit de pan: omdat ze niets beters konden, zijn ze maar leraar geworden. Ze zijn het symbool van middelmatigheid.

De verteller stalkt M. , hij leest zijn post en komt erachter dat zijn veel jongere vrouw met haar dochtertje naar het vakantiehuisje van M. is. Hij gaat naar de plaats H., maakt contact met de vrouw en biedt haar bij naderend onweer (let op de symbolische dreiging:!)  naar het huisje te brengen. Dat gebeurt ook, maar er geschiedt ook verder weer niets met haar.

Waarom schrijft U? (Ho 12-18)
De schrijver M. is de personale verteller  van dit deel en hij gaat signeren en een lezing geven in een Amsterdamse bibliotheek. Hij geeft een sarcastisch beeld van het lezingenpubliek (vrijwel allemaal vrouwen) die steeds maar weer dezelfde vragen stellen. (“Waarom schrijft U?") Dezelfde vraag die het 17-jarige meisje voor de schoolkrant had gevraagd en nooit meer bij hem vertrokken was. Het werd zijn huidige veel te jonge vrouw Ana.

Hij geeft als antwoord op een vraag het literatuuronderwijs een kat (vooral geen boeken laten lezen) en het uitlenen van boeken (nee, je moet ze kopen). Van zijn uitgever moet hij nog een interview laten afnemen met de recensente Marie Claude Bruinzeel. Hij wil dat liever niet, omdat de vrouw haar geïnterviewden fileert. Toch stemt hij erin toe. Ze heeft het een paar dagen later met hem over zijn eenzijdige thema’s in zijn werk:  de oorlog, zijn foute vader en zijn moeder (waarom schrijft hij nooit over haar?)

Leven voor de dood (Ho19- 33)
Het perspectief wisselt naar het personage Laura . De chronologische volgorde van de diverse hoofdstukken van dit deel loopt nogal door elkaar. Ik zal als samensteller van het boekverslag echter de volgorde in de tijd weergeven, waardoor het wat eenvoudiger te volgen is. In de roman doet Koch het natuurlijk om meer spanning te wekken: hij grijpt vooruit in de tijd e.d.

Laura is dochter van een  bekende tv-presentator die echter “zo gewoon” is gebleven. Haar ouders besteden weinig aandacht aan haar. Ze mag met haar schoolvrienden/vriendinnen naar het vakantiehuisje in Zeeuws-Vlaanderen (Retranchement) . Haar vriend David vraagt of Herman (die is blijven zitten) ook mee mag.

Herman gaat in die week wat vaker om met Stella (een lief meisje en hartsvriendin van Laura). Aan het einde van de week heeft hij Stella te pakken en ze nemen ook samen een lift naar huis.
De populair doende leraar Jan Landzaat ziet Laura wel zitten. Hij regelt voor haar dat ze wordt uitgeloot voor de werkweek Parijs, waar hij haar versiert en enkele weken seks met haar heeft. Maar dan heeft ze er genoeg van en laat met opzet een oorbel achter in zijn badkamer.  Het overspel komt daarna uit en Jan kan vertrekken.

In de herfstvakantie gaat Laura met haar groep vrienden weer naar het vakantiehuisje in Zeeland. David heeft een eigen vriendinnetje met hij opvallend zoenerig is. Dit tot ergernis van Laura die het heeft uitgemaakt met de leraar. Ze aast nu op Herman. Deze heeft met David met een kleine camera super-8 filmpjes gemaakt en hij vertoont die aan de groep. Er zijn vier onderwerpen;
- het faken van een epileptische aanval van David bij een bloemenstal
- het faken van een epileptische aanval in de klas bij de saaie lerares Posthuma
- de dood van de leraar Natuurkunde in de klas
- een maaltijd van Hermans ouders die geen woord zeggen omdat ze gaan scheiden

Herman noemt de serie Leven voor de dood. Miriam, het vriendinnetje van David vindt het te ver gaan. Herman biedt zijn excuses aan. Hij vertelt aan Stella dat hij kiest voor Laura.
Zij krijgen verkering en met de kerst verblijven ze in het vakantiehuisje in Zeeuws-Vlaanderen. Dan staat ineens Jan Landzaat voor de deur die Laura wil komen vertellen dat hij haar verder met rust zal laten.

Het boek moet het doen (Ho 34-40)
We beginnen met de ik-verteller die aan M. vraagt of hij een interview mag afnemen over de Afrekening. Dat geeft de lezer inzicht over de relatie fictie en werkelijkheid met betrekking tot het boek. Herman stelt steeds vragen aan M. over het schrijven . Waarom heeft M. de waarheid verdraaid en personages (bijv. Stella )weggelaten?

Aan het einde van het interview komt de jonge vrouw Ana binnen en zegt dat hun dochtertje ziek is. Ze heeft het echter verzonnen, omdat ze niet mee wil naar het Boekenbal. Dat geeft haar de gelegenheid om in een hoofdstuk te vertellen over het arrogante  gedrag van diverse schrijvers, wat niet erg positief over komt.
Op het Boekenbal zoekt M. ruzie met de van uitgever veranderde schrijver N. Die verwijt hem zijn talloze oorlogsboeken , zijn foute vader en het citaat dat hij aan Nieuwsuur heeft gegeven over het verzet (Wat weten we niet?). Ze raken slaags, ziet ook de ik-verteller Herman. N. deelt een kopstoot uit en M. moet met een hersenschudding naar huis gebracht worden. Herman neemt die taak op zich.

De leraar voor het schoolbord (Ho 41-48)
In dit deel zijn ook weer enkele verhaallijnen: de leraar Jan Landzaat  vertelt over veertig jaar geleden en de ik-verteller over de laatste uren van M. Hij laat M. en Ana namelijk zijn filmpjes “Het leven voor de Dood” zien. De meeste (4-zie hierboven onder deel III) filmpjes zijn bekend. Herman heeft nog een nieuw rolprentje: over zijn wandeling met Jan Landzaat naar Sluis om een garage te vinden.
Landzaat is op Tweede Kerstdag (veertig jaar geleden)  naar het vakantiehuisje gekomen om Laura te zeggen dat hij haar niet meer zal stalken. Maar hij heeft er een plan bij.  Hij laat het lampje van de auto branden en daardoor heeft hij ene lege accu. Hij wil met Herman naar een garage, maar Herman stuurt hem de verkeerde kant op en filmt hem. Hij moet zijn filmpje verwisselen en loopt weg. Dan krijgt zijn oorspronkelijke plan zelfmoord te plegen een wending. Hij vlucht weg zonder een spoor achter te laten naar Parijs. De kinderen worden verhoord en verdacht, maar er is geen lijk.

M. heeft het intussen heel moeilijk en hij sterft maar in een soort laatste visioen vertelt hij aan de lezer (niet aan Herman) wat er is gebeurd. Hij heeft een brief gekregen van Jan Landzaat (Geachte heer M.) die hem heeft geschreven dat hij in Parijs zat. M. is hem gaan opzoeken en hij ontmoet een zwerver. Als ze bij de Seine staan,

geeft hij Jan een zetje en die verzuipt. M. heeft dus eigenlijk een moord gepleegd, maar verzwijgt dat omdat hij bijna klaar is met zijn boek “Afrekening.” Hij heeft zijn leven lang met die wetenschap geleefd. Dan sterft hij. Gelukkig staan zijn ouders niet aan de “andere kant “op hem te wachten. Er is daar helemaal niets.

Recensie:
In deze psychologische misdaadroman neemt Herman Koch de schrijverswereld en de leraren op de korrel.
Geachte heer M begint met een verbluffend sinistere sfeer waarin een anonieme verteller aan het woord is. Hij woont in hetzelfde gebouw als de bekende schrijver M en zijn veel jongere vrouw.
De voyeur volgt elke stap van het echtpaar op de voet, en heeft een appeltje met M te schillen.
M heeft vroeger furore gemaakt met een boek dat is gebaseerd op de verdwijningszaak van een leraar. De jaloerse leraar drong zich op aan een mooie scholiere die met haar nieuwe vriendje in een vakantiehuis zat, en daarna in rook opging. Dat de twee scholieren een tijdje onder verdenking stonden, heeft de fantasie van deze schrijver aangezwengeld.

Manipuleren
Kocht wissel meningmaal van vertelperspectief. Schrijver M, die in eerste instantie is beschreven als een middelmatige auteur met WO2 als perpetuum mobile in zijn oeuvre, komt later zelf aan bod. Hij kaart boeiende kwesties aan over het manipuleren van de waarheid in romans. 
Maar de spanning tussen de auteur en zijn werk, en de auteur en zijn stalker, maakt plaats voor een duik in het verleden, naar de scholieren en hun vriendenkring uit het boek van M.
Na verloop van tijd lijkt het wel een andere roman te zijn geworden, als een verkeerd geleverd onderdeel van een modulaire bank; een die best lekker zit, maar toch. En als in dat deel kritische noten worden gekraakt over leraren op de middelbare school, komen er padden en slangen met een hoog The Wall van Pink Floyd-gehalte uit.
In Geachte heer M zijn leraren carnivoren die rondstampen in een lentetuin waar ze alle tere jonge knoppen vermorzelen tussen duim en wijsvinger; geen herinneringen die eenieder zal delen, ondergetekende al zeker niet.

Op de vuist
Schrijvers en leraren krijgen het Kochiaans voor de kiezen. Dat levert vermakelijke verhalen op over de ego's van Nederlandse auteurs, die hier slechts als M, N en S worden aangeduid - door enkele additionele kenmerken wijzen die letters echter in de richting van auteurs als Mulisch, Nootenboom en Siebelink.
Die insteek varieert van bijtend tot leuk, totdat twee schrijvers met elkaar op het Boekenbal op de vuist gaan. O? Het is een lange scène die expliciet fysiek is uitgeschreven, zonder echt overtuigende motieven.
En dan het einde. De losse draden komen samen, maar het bindende verhaalelement wordt op een technische manier afgewerkt. Stijlfoefjes voor het uitstellen van de ontknoping met 'hij zou' en dan 'nee, toch liep het anders'. Dat is niet overeenstemming met het grootste deel van deze roman, geschreven met de scherpe Kochiaanse pen die niemand spaart.
 
Recensie:
Herman Kochs nieuwe roman 'Geachte heer M.' is spannend, maar ook regelmatig goed voor een schaterlach.
   
In de roman 'Pictures from an Institution' laat de Amerikaan Randall Jarrell zijn hoofdpersoon stilstaan bij het afschuwelijke werk van een avant-gardistische beeldhouwster: 'It's ugly, but is it art?' Je krijgt het idee dat sommige professionele lezers ook zo naar boeken kijken. Het is saai, maar is het literatuur? Omdat ze spannend zijn, worden de romans van Herman Koch vaak weggezet in categorieën als lectuur, misdaad, thrillers. Op zichzelf zou het weinig uit moeten maken hoe een boek wordt bestempeld, als er niet zo'n nadrukkelijk waardeoordeel uit sprak. Neerbuigende complimenten: vermakelijk vakwerk. Het is een goed boek, maar het is geen literatuur.

'Geachte heer M.' is pakkend vanaf de eerste alinea. M. is een oude schrijver. Ooit succesvol, een paar bestsellers, inmiddels dreigt de vergetelheid. Niet dat hij zich daar heel druk om maakt. Hij heeft een prachtige jonge vrouw en een dochtertje, hij heeft de restanten van de roem, hij schrijft acceptabele boeken over de oorlog. Voor zijn grootste succes, 'Afrekening', verplaatste hij zich in een waargebeurde verdwijningszaak, met in de hoofdrollen twee scholieren en een leraar van het vreselijkste soort - de vlotte jonge man, die niet alleen een leraar is, maar ook een vriend.

Eufemistische toon
Kochs roman begint met een brief aan M. Een brief van M.'s onderbuurman. Of nou ja, brief - in elk geval richt de buurman zich tot M. De dreiging zit 'm voor een groot deel in de eufemistische toon. Dat hij 'bepaalde plannen' heeft met M. Dat hij denkt aan M.'s douchende vrouw: 'Het water stroomt langs haar hals omlaag. U kunt gerust zijn, ik zal niet nader in detail treden over waar ik vervolgens aan denk.' Een hele geruststelling.

In de eerste hoofdstukken lijkt de buurman zo uit een roman van Patricia Highsmith weggelopen - nog zo'n auteur die weggezet wordt in 'lichtere' genres, terwijl je je best moet doen om literaire collega's te vinden die betere boeken schrijven. Plagerig, cliffhanger na cliffhanger, onthult Koch dat de buurman geen willekeurige bijna-psychopaat is. Hij weet veel van de verdwijningszaak, die heeft zijn leven overhoop gegooid, en het is tijd om zijn kennis te delen. Langzaam komen we te weten wat er nou precies gebeurd is tijdens de verdwijning, en de maanden daarvoor. We volgen de betrokkenen, in een Jonathan Franzenachtige structuur: vijf korte, overlappende romans, met verschillende vertellers.

Boekenbal
Misschien nog wel het sterkst, in ieder geval het scherpst, zijn de hoofdstukken rondom M.'s vrouw, een erg bevredigende afrekening met literaire kringen, met de beschrijving van het Boekenbal als hoogtepunt: 'Voordat de eigenlijke voorstelling begon, kwamen er eerst nog een paar toespraken. Daar zat niemand op te wachten. De toespraken werden gehouden door grijze mannen in pakken die van tevoren aankondigden het 'niet te lang' te zullen maken' Dit is typisch Herman Koch. De vileine, rake beschrijving, afgemaakt met een perfect gekozen citaat.

Hij maakt de types die hij beschrijft belachelijk, en tegelijkertijd geeft hij hen de ruimte om zichzelf belachelijk te maken. 'Geachte heer M.' is niet alleen spannend, maar ook regelmatig goed voor een schaterlach. Het zal dus wel geen literatuur zijn.

(Door: Dries Muus)

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten