4. Van den vos Reynaerde - Willem die Madocke maecte

Onderdeel van de leeslijst: Vier boeken voor 1880.
Het boek is uitgebracht in de 14e eeuw.

Samenvatting:
Het verhaal begint met een hofdag aan het kasteel van de koning. Koning Nobel de leeuw ziet dat inderdaad alle dieren uit het koninkrijk zijn gekomen, behalve Reynaerde de vos. Wanneer de koning de opmerkt beginnen alle dieren te klagen over Reynaerde. Hij zou ze veel leed en verdriet aan hebben gedaan. Na een vurige discussie dringt Isengrijn de wolf erop aan dat Reynaerde ter dood veroordeeld moet worden. Op dat moment springt Grimbeart de das, en tevens neef van Reynaerde, woedend op een probeert zijn neef zo goed en zo kwaad als het gaat te verdedigen. Hij zegt dat Reynaerde kluizenaar is geworden, dat hij een boetekleed draagt wat zijn huid constant irriteert en sindsdien geen vlees meer heeft aangeraakt. Vlak nadat Grimbeart zijn laatste woorden heeft uitgesproken nadert een rouwstoet het kasteel. Coppe de kip is vermoord. Coppe was de dochter van de haan Cantelear. Reynaerde heeft 11 van zijn 15 kinderen opgegeten en Cantelear is woedend, net zoals de koning. Koning Nobel besluit Reinaert voor het hof te dagen.

Bruun de beer gaat naar Reynaerde toe om de boodschap over te brengen. Eenmaal aangekomen meldt hij Reynaerde wat er van hem verwacht wordt. Reynaerde verteld hem dat hij met veel plezier mee zou gaan, was het niet dat hij last heeft van een verschrikkelijke buikpijn. Hij zegt dat hij teveel honing heeft gegeten. Bruun de beer is dol op honing en lust daar ook wel wat van. Reynaerde maakt hem wijs dat er in een gespleten boom honing te vinden is. Wanneer Bruun zijn kom in het gat steekt zit hij muurvast. De dorpelingen takelen Bruun verschrikkelijk toe maar hij weet zijn hoofd toch los te wrikken. Hij verliest hierbij wel een oor een zijn wangen. Bruun laat zich zakken in de rivier en drijft terug naar het kasteel van de koning. Daar brengt hij verslag uit aan de koning.

De volgende dag gaat Tibeert de kat op weg naar Reynaerde. De koning denkt dat een sluwe kat Reynaerde z'n strekken wel door zal hebben. Alles leek volgens plan te gaan totdat Reynaerde begint over vette muizen. Tibeert lust dat wel en gaat met Reynaerde mee naar de schuur van de pastoor. Reynaerde weet dat de zo'n van de priester daar pas een strik heeft gezet omdat hij er een kip had gestolen. Tibeert komt vast te zitten in de strik en de hele familie van de pastoor begint Tibeert te slaan. Tibeert bijt de mannelijkheid van de pastoor eraf en weet zo te ontkomen.

Uiteindelijk wordt Grimbeart de das aangewezen om Reynaerde voor het hof te dagen. Dit is de laatste kans van Reynaerde om mee te gaan, anders worden hij en zijn familie vogelvrij verklaard. Grimbeart is een neef van Reynaerde, Reynaerde zal hem wel geen kwaad willen doen. Na een roerend afscheid van vrouw en kinderen gaat Reynaerde mee naar het hof. Onderweg biecht Reynaerde al zijn zonden op en ontvangt daar 40 stokslagen voor.

Aan het hof wordt Reynaerde veroordeelt tot de strop. Reynaerde zijn familie vertrekt want zij kunnen het niet aanzien dat Reynaerde opgehangen wordt. Isengrijn, Bruun en Tibeert gaan de galg vast opzetten. Op dat moment ziet Reynaerde zijn kans schoon en verteld de koning dat Isengrijn, Bruun en Tibeert een staatsgreep willen plegen. Het plan moest uitgevoerd worden met de schat van koning Hermelike. Deze schat was door Reynarde zijn vader "gevonden". Koning Nobel twijfelde eerst aan de waarheid van het verhaal, maar omdat Reynaerde zijn eigen vader als samenzweerder noemde geloofde hij hem toch. Reynaerde zei dat hij de schat gestolen had en hem ergens had begraven om het plan te verijdelen. Koning Nobel wilde meer weten over de schat, die zich volgens Reynaerde in de bron Kriekeput bij Hulsterput bevond. Koning Nobel slikt het hele verhaal als kook en scheldt Reynaerde zijn schulden vrij. Hij laat de "staatsvijanden" opsluiten. Ook verteld Reynaerde hem dat hij in de kerkelijke band is gedaan door de Paus. Om hier van af te komen moet hij een boetetocht maken. Hij zegt dat hij hiervoor helemaal naar Rome en Palestina moet afreizen. De koning laat van de huiden van Isengrijn, Bruun en Tibeert schoenen en een pelgrimstas maken. Reynaerde vertrekt en wordt tot aan zijn kasteel vergezeld door de ram Belijn en de haas Cuwaert. Hij lokt Cuwaert mee naar binnen en eet hem daar op met de res van zijn familie. Hij stopt Cuwaert's hoofd in de pelgrimstas en zegt tegen Belijn dat er een afscheidsbrief voor de koning inzit. Belijn moest maar zeggen dat hij de brief geschreven had om een goede indruk op de koning achter te laten. Belijn brengt dat tas blij naar de koning en overhandigt hem de tas vol trots. Als de koning merkt dat hij bedrogen is brult hij van woede. Hij laat de gevangenen weer los en bied zijn excuses aan. Vervolgens verklaart de koning Reynaerde en heel zijn familie vogelvrij. Natuurlijk is Reynaerde en zijn familie allang gevlogen.


Recensie:
De wrede vos is vooral een held
„Ik ben Reynaert, ondanks zijn wreedheid, vooral gaan bewonderen.”
’Doe quamen tes sconinx hove, alle die diere, groet ende cleene, sonder vos Reynaert alleene, hi hadde te hove so vele mesdaen’.
De middelbare school zal voor velen de laatste keer zijn geweest dat ze de tekst van Reynaert de Vos doorworstelden. Zo ook voor René ten Bos. De auteur van ’Het geniale dier’, een filosofisch relaas over de verhouding tussen mens en dier, herlas de tekst met groot genoegen. In de toegankelijke vertaling op rijm van Ard Posthuma (zie fragmenten hiernaast), onlangs verschenen, wordt het verhaal soms nog eens extra aangezet.
Om aan de galg te ontkomen, luist het ’felle dier’ zijn vijanden er keer op keer in. Met list en bedrog, en dankzij de nodige domheid van de andere dieren, weet de vos de zaken steeds weer in zijn voordeel te veranderen. Ten Bos: „De schaamteloosheid waarmee Reynaert de ene streek na de andere levert, en zo de huichelachtigheid van de hofhouding van koning Nobel blootlegt, wekt stiekem bewondering.”
Hoezo stiekem?
„Reynaert is eigenlijk een schurk. Je kan zeggen: hij haalt de streken uit om aan de galg te ontkomen. Daarmee redt hij niet alleen zichzelf, maar ook zijn familie. Als prototypische familievader beschermt hij zijn vrouw en kleine vosjes, en zorgt voor vlees op de plank. Maar wel ten koste van alles en iedereen. Af en toe sluit hij allianties, maar die laat hij net zo makkelijk weer los. Reynaert geeft hiermee een duidelijk antwoord op de vraag over morele verantwoordelijkheid: je kunt niet voor iedereen verantwoordelijk zijn. Slechts voor je directe familie hoef je goed te doen.
Maar Reynaerts streken zijn meer dan een staaltje overlevingskunst. De vos schept ook genoegen in wreedheid. Aan het eind van het verhaal bijvoorbeeld, wanneer hij de koning aan zijn zijde heeft, wendt hij voor op pelgrimstocht te gaan. Hiervoor laat hij zijn vijanden ’bitter lijden’. De beer wordt levend gestroopt voor een pelgrimstas, de leeuw moet het vel van zijn voeten missen voor schoenen.”
’Je zult niet snel een valk aanschouwen, die zich zó ongestoord liet breeuwen, als je daar Ysengrin (de wolf - red.) zag schreeuwen, nu men hem met geweld ontschoeide, en het bloed uit zijn tenen vloeide’. En dit vinden mensen prettig om te lezen?
„Van nature houden mensen wel van een beetje sadisme, dat zie je goed bij kinderen. Ik ben opgegroeid met dieren om me heen. Als mijn vader een kip slachtte, vonden we het leuk als hij niet helemaal dood was. Of kijk maar naar wat tekenfilmfiguren als Tom en Jerry met elkaar uithalen. Bij liefde voor alles wat leeft, die je vaak ziet bij kinderen, hoort ook het accepteren van wreedheid.
Een van de aanklachten tegen Reynaert is de moord op de kip Coppe. Uitgebreid wordt hierover gejammerd, het slachtoffer krijgt zelfs een staatsbegrafenis. Dat is heerlijk absurd, want als een vos een kip doodbijt, doet hij wat een vos hoort te doen. Reynaert is de enige in het verhaal die zijn wreedheid accepteert, en toegegeven, daar ook met volle teugen van geniet.
Zijn onverdroten kwaadaardigheid heeft charme. Hij zet daarmee alles en iedereen te kakken. Dat maakt hem voor mij tot een held.”
Niet zo’n goede held, op zijn zachtst gezegd.
„Reynaert is geen Hollywoodheld. Hij is een literaire held, met een ambivalente rol. Zoals gezegd kan hij uitgesproken wreed zijn. Maar de vos is ook een verleider. Hij weet de vrouwtjes te charmeren en met zijn welbespraaktheid lokt hij de andere dieren in een vernuftige val. Zijn listen werken alleen maar doordat de andere dieren last hebben van menselijke eigenschappen als hebberigheid, ijdelheid en gulzigheid. Wat aan de oppervlakte goed lijkt, wordt door list en bedrog ontmaskerd.”
Een goede Hollywoodheld zou die hypocrisie niet kunnen ontmaskeren?
„Soms heb je kwaad nodig om kwaad te ontmaskeren. In het verhaal van Reynaert zie je inzichten terug die aan postmoderne ethiek doen denken: goed en kwaad horen intrinsiek bij elkaar. Reynaert vertegenwoordigt niet het zuivere kwaad. Hij is in staat tot liefde voor zijn vrouw en kindertjes. Andersom blijkt achter de ’goede orde’, de hofhouding van koning Nobel, ook kwaad te zitten. De koning is een corrupte vrek zonder ruggengraat die voor een schat de hele orde omgooit.
Het goede op zich bestaat niet, het is altijd verweven met kwaad. Het goede heeft daarom altijd iets onweerstaanbaar hypocriets. Dat is op zich niet erg. Onze beschaving bestaat bij gratie van hypocrisie, de bereidheid om ’verkeerde’ gevoelens en gedachten te verheimelijken. Maar wie denkt er niet eens aan een vrijage buitenshuis, aan het loslaten van alle remmen? Iemand die schaamteloos toegeeft aan kwaadaardigheid en dat doet met flair, spreekt ons daarom aan. De kwade held is altijd uitermate geschikt om de kwaadaardigheid van de hypocrisie aan de kaak te stellen.”
Het verhaal gaat over menselijke zwaktes, maar de spelers zijn dieren. Wat voor een effect heeft dat?
„Het dier wordt gebruikt voor een burlesk verhaal over menselijke zwaktes. De schrijver had daarbij een briljant gevoel voor absurditeit. Menselijke en dierlijke eigenschappen lopen door elkaar heen. Een vos die zijn jachtinstinct volgt wordt aangeklaagd, een kip krijgt een staatsbegrafenis, en de koning die dit recht handhaaft is een leeuw die zelf ook niet vies is van een stukje vlees.
In de Middeleeuwen dacht men in termen van analogie. Wil je iets te weten komen over het reilen en zeilen van mensen, kijk dan naar dieren. Dieren hebben altijd gediend als moreel boegbeeld (de ijverige mier, de trouwe papegaai), maar ook als het omgekeerde (de demonische kat, de wellustige vos, de verblinde mol).
De vos is een wezen dat paden kent die andere niet kennen. Daarmee representeert hij een ketter, iemand van het verkeerde pad. Hij krijgt het regelmatig aan de stok met de pastoor, drijft de spot met het geloof door zich als pelgrim voor te doen en zit ook nog eens vol perverse seks. In tegenstelling tot de meeste kerkelijke literatuur over ketters wordt Reynaert door Willem echter niet eenduidig neergezet: hij staat niet eenvoudig tegenover ’het goede’. Dat maakt het verhaal tot zulke sterke literatuur, die zoveel jaar na dato ons nog steeds aanspreekt.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten