maandag 25 november 2013

Werkweek Londen

Verwachting:
Toen ik hoorde dat ik naar Londen ging met mijn school wist ik al een klein beetje wat mij te wachten stond. Ik ben al een paar keer naar Londen geweest met mijn moeder. De reden dat ik met mijn moeder naar Londen ging was om er lekker even tussen uit te gaan. Ik heb al veel van de stad gezien en ben zelfs in de London Eye geweest. Ik hoop dat we dit ook met school gaan doen want als je helemaal op de top van het reuzenrad bent heb je echt een héél mooi uitzicht over London!
Ik ben ook met mijn ouders in Londen geweest voor de Olympische Spelen.

Volgens het programmaboekje gaan we ook naar verschillende musea. Dit heb ik nog niet eerder gedaan in Londen. Ik ben benieuwd wat mij te wachten staat.
Verder verheug ik mij op de musical ‘The Phantom of the Opera’.

Ik maak me niet zo druk over de gastgezinnen. Ik ben in klas 1, 2 en 4 al in gastgezinnen geweest dus ik weet ongeveer hoe het werkt. Je gastgezin is sowieso anders dan dat je gewend bent dus je zult er aan moeten wennen. Het is altijd heel bijzonder om mee te maken hoe mensen in het buitenland leven.

De werkelijkheid:
Het was echt héél erg gezellig! We hadden gelukkig hele leuke docenten mee!

Op dinsdag (15 oktober 2013) vertrokken we met twee bussen richting Londen. Meer dan 50 kinderen uit VWO5.
We gingen met de bus in een trein door de Eurotunnel. Bij Canterbury mochten we voor een paar uurtjes uit de bus om even in het stadje rond te kijken.
‘s Avonds kwamen we aan op het ontmoetingspunt voor onze gastgezinnen. Ik was samen met Pauline en Jopie in een gastgezin ingedeeld. Onze gastvrouw was bijzonder aardig. We mochten onze kamer zien en het viel ons zo erg mee! We hadden zelfs een eigen badkamer! Ik heb heerlijke pasta gegeten met veel (engelse) kaas. Dit was een goede afsluiting na zo’n lange reis.

De woensdagochtend begon met het verschrikkelijke alarm van de wekker. Als ontbijt kregen we koude melk met cornflakes en toast met chocopasta of jam. Ik vond de koude melk met cornflakes niet zo lekker maar de toast was erg lekker!
De zoon van het gezin bracht ons met de auto naar de ontmoetingsplaats en onze dag was begonnen.
Op school hadden we onze eigen tour door Londen gemaakt. Met een groep meiden zijn we door de grote stad gelopen. De Big Ben, Londen Eye, Houses of Parliament, Buckingham Palace, we hebben het allemaal gezien. Het regende heel erg en dat was jammer.
Door de stromende regen zijn we naar het Tate Modern Museum gelopen. Hier hadden we een uur om zelf het museum te gaan bekijken. Het was een heel interessant museum met mooie kunst.
Omdat we allemaal zo doorweekt waren werd het tweede museum optioneel. Ik ben niet met meneer Calis meegegaan naar het museum maar ik ben gezellig met Esther en Dominique met de metro naar de Oxford Street gegaan.
’s Avonds aangekomen in ons gastgezin stond er weer een heerlijk bord eten voor ons klaar. Pizza met frietjes en bonen in tomatensaus. Drie dingen die ik los van elkaar heel lekker vind, laat staan alle drie samen.
Ook nu beseften Jopie, Pauline en ik ons dat wij echt een geweldig gastgezin hadden getroffen.

Ook de donderdag begon met dat ‘heerlijke’ geluid van de wekker. Nu waren we héél snel wakker want de geur van pannenkoeken kwam onze kamer al binnen. We hebben echt overheerlijk ontbeten met pannenkoeken met suiker of chocopasta! Een ontbijt om van te dromen!
Op de ontmoetingsplaats stapten we weer in de bus die ons naar het centrum van Londen zou rijden.
’s Morgens bezochten we het National History Museum. Ik had verwacht dat dit een saai museum zou zijn maar dit was eigenlijk heel leuk.
We maakten vanaf het National History Museum een wandeling naar de Globe Theatre van Shakespeare. Omdat ik tot vorig jaar tweetalig VWO heb gedaan wist ik al heel veel over Shakespeare, dus voor mij was het extra leuk om dit theater nu eens in het echt te zien.
Ik vond de workshop heel leuk! Iedereen deed heel fanatiek mee, dit maakte het extra leuk.
Na deze activiteit in het Globe Theater kregen we vrije tijd. Ik ben met een grote groep vertrokken naar de Oxford Street waar we opsplitsten in kleine groepjes om te shoppen. Toen we klaar waren hebben we de metro naar Leicester Square gepakt om daar met z’n allen iets te gaan eten. We hebben heerlijk Italiaans gegeten. Mijn klasgenoten hadden vooral het gevoel dat ze eindelijk iets normaals konden eten omdat het eten in hun gastgezin zo slecht was, maar ik had dat gevoel helemaal niet omdat mijn gastgezin echt het beste gastgezin was in 5 jaar.
Op het midden van Leicester Square hadden we afgesproken om te verzamelen. Vanaf daar vertrokken we naar het theater voor de musical ‘The Phantom of the Opera’. Ik vond het een heel mooi theater en het decor was heel mooi. Ik vond de musical moeilijk te volgen, dit kwam door alle opera. Dit werd in het Engels gezongen en hierdoor was het moeilijker om te volgen door de lange uithalen.
Rond elf uur waren we weer op het ontmoetingspunt voor de gastgezinnen. Eenmaal aangekomen in het huis van het gezin was ik echt heel vrolijk en totaal niet moe. Helaas was dit niet het geval bij Jopie en Pauline… Welterusten!

De laatste dag was aangebroken, vrijdag. Na een ontbijt met pannenkoeken zijn we onze koffers gaan pakken en hebben we de vrouw van het gastgezin hartelijk bedankt. We hebben haar verteld dat ze het beste gastgezin was van alle gastgezinnen van dit jaar. Mijn koffer moest in een apart vak in de bus want ik zou later die dag worden opgehaald door mijn moeder.
Na de groepsfoto ben ik met de meiden naar de Victoria Secret gelopen. Wat een onwijs grote winkel!
Ik had met mijn moeder afgesproken bij Oxford Circus. Ze liep mee naar de bus waar mijn koffer al klaar stond. We hebben de bus uitgezwaaid en zijn toen naar het hotel gegaan om mijn koffer weg te brengen.

Ik bedank alle docenten en natuurlijk de buschauffeur voor deze geweldige week!

Literatuurgeschiedenis 1

Een pennenproef
1. Wat is een pennenproef?
Een pennenproef is een testje waarbij je uittest of je pen het nog goed doet. Vroeger gebruikten ze in plaats van een pen een ganzenveer met inkt. Deze pen werd aangescherpt, hierna moest je even testen of de pen weer goed schreef. De ganzenveer werd gebruikt om Oudnederlandse verhalen te schrijven. Dit is de voorganger van de Nederlandse taal.
 
In welke periode werd Oudnederlands gesproken?
In de periode van 800 en 1150 werd Oudnederlands gesproken.
 
2. Leg op grond van de tekstpagina lied van Heer Halewijn uit welke eigenschappen van mondeling overgeleverde literatuur daarin naar voren komen.
Men zegt dat het Lied van Heer Halewijn van mond tot mond is overgedragen, het was makkelijk te onthouden door de herhalingen. Ook staat de tekst in rijmvorm zodat deze makkelijk doorverteld kan worden. Het rijmschema is AA BB CC.

Hoofsheid
1. Welke invloed hadden de kruistochten op de hoofse cultuur?
Tijdens de kruistochten zagen de Europeanen hoe de Arabieren veel meer van het leven genoten. De Europeanen wilde dat nadoen en zo ontstond een hoofse cultuur.
 
Wat was het belangrijkste principe van de hoofse omgangsvormen?
Het belangrijkste principe van de hoofse omgangsvormen is dat je je medemens met respectvolle manier tegemoet treed en in zijn waarde laat.

2. Lees de tekstpagina over Floris ende Blancefloer. Leg uit in hoeverre de kruistochten van belang zijn geweest voor het schrijven van deze roman.
Er zitten aspecten van de Arabische cultuur in het verhaal, zoals een emir, exotische tuinen en Babylon. Dit kunnen ze alleen maar weten van de kruisvaarders die verhalen mee naar huis namen.

Boekdrukkunst
1. Waarin verschilt een blokboek van de boekdrukkunst? 
Bij een blokboek wordt de tekst in een stuk hout gesneden en bij boekdrukkunst wordt de tekst op een stuk papier gedrukt met inkt.  

Wat was het eerste gedrukte Nederlandstalige boek?

Het eerste gedrukte Nederlandstalige boek was de Delftse Bijbel.

2. Gedrukte boeken hebben vaak een titelpagina die er mooi uitziet (zie bijvoorbeeld de voorpagina van het Antwerps Liedboek op de literatuurgeschiedenispagina ‘Zingen in de Middeleeuwen’) terwijl bij handschriften de tekst meestal plompverloren begint. Wat is de functie van zo’n titelpagina en waarom hebben drukkers deze ‘uitgevonden’?
Een van de functies van een titelpagina is proberen de lezer een idee te geven wat voor een soort boek hij of zij gaat lezen. Vaak wisten mensen vroeger niet waar het boek over ging en wat voor een soort boek het was tot ze het boek voor een groot deel hadden gelezen.

Ridderliteratuur.
1. Wat zijn de voornaamste verschillen tussen Karel- en Arturromans? 
Karelromans zijn hoofdzakelijk gewijd aan oorlog en massa-gevechten. Deze oorlogen en gevechten zijn vaak tussen christenen en moslims.
Bij Arturromans ligt de nadruk op individuele avonturen, toernooien en tweegevechten. Ook gaat het om de hoofse liefde.

Welke voorbeeldfunctie hadden ridderromans voor het oorspronkelijke publiek? 
De gebeurtenissen van de romanfiguren dienden tot voorbeeld voor de edelen die naar zulke luisterden. Zo wisten ze hoe ze zich als een hoofse ridder of edelvrouw moesten gedragen.

2. Leg op grond van de tekstpagina Karel ende Elegast uit welke typische eigenschappen van ridderschap daarin naar voren komen.   
Moed, geloof, eerlijkheid en trouw.

Voorbeeldige levens
1. Wat was het einddoel voor de middeleeuwse mens? Hoe dacht hij dat te kunnen bereiken?
Het einddoel voor alle middeleeuwse mensen was het bereiken van de hemel. Je kon naar de hemel je deed wat God van je verlangde. Dat betekend dat je moest geloven in Christus als verlosser en door een goed leven te leiden (de armen helpen, niet overgeven aan vraatzucht of diefstal, niet moorden, niet gierig zijn).

Waarom was het leven van Jezus het voorbeeld bij uitstek?
Omdat hij de zoon van God is had hij een perfect voorbeeldig leven geleid, daarom was het leven van Jezus het beste voorbeeld om na te leven.

2. Lees de pagina over het Leven van Liedewij. In hoeverre lijkt haar levensloop op het leven van Jezus, dat als hét voorbeeld van een voorbeeldig leven werd beschouwd? Noem zowel overeenkomsten als verschillen.
Verschillen:
·         Man / vrouw
·         Romeinse tijd / Middeleeuwen
·         Palestina / Nederland
·         Jezus als Gods zoon / Liedewij als schepsel
·         Jezus’ leven stond geheel in dienst van God / Liedewij komt pas na verloop van tijd tot inkeer
·         Jezus’ dood redt alle gelovigen / Liedewijs dood redt enkele mensen uit het vagevuur

Overeenkomsten:
·         Beiden hebben tijdens hun leven zwaar geleden.
·         Beiden klaagden niet over hun lijdensweg
·         Beiden deden wonderen


Site:


 

dinsdag 8 oktober 2013

De kleine Johannes (Frederik van Eeden)


De kleine Johannes is het eerste boek van de schrijver Frederik van Eeden. Van Eedens vader was een groot kenner van de natuur. Dit zie je in het boek duidelijk terug.

Zoals op de voorkant staat vermeld, is het boek een echt sprookje. In dit geval een allegorisch sprookje. Abstracte begrippen worden in het verhaal voorgesteld als personen. Je weet vanaf het begin zeker dat het niet een waar gebeurd verhaal is. In het boek ontmoet Johannes allerlei personages, waaronder ook dieren, waarmee hij kan communiceren. Deze figuren hebben allemaal een betekenis. Ze staan allemaal ergens voor. Zoals het elfje Windekind, zij staat voor kind zijn. De kabouter Wistik heeft een antwoord op alle vragen, zo staat hij dus voor de nieuwsgierigheid van Johannes. Het meisje met het roodborstje, Robinetta, staat voor de puberteit. Pluizer staat voor de sterfelijkheid van de mens.

Elk dier in het boek wil de beste zijn. Ik denk dat dit ook het geval is bij ons mensen. Het is duidelijk dat Frederik van Eeden met deze manier van schrijven wil aantonen hoe het leven is. Iedereen wil beter zijn dan de ander. Je raakt soms mensen kwijt die je eigenlijk niet kwijt had willen raken. Je moet je eigen fouten, maar ook de fouten van iemand anders in kunnen zien.

Van Eeden heeft nog meer boeken geschreven op deze manier, namelijk ‘Van de koele meren des doods’ en ‘Paul’s ontwaken’. Wat we weten is dat Van Eeden niet alleen een schrijver was, maar ook een psychiater. Als een van de eersten in zijn tijd was hij bezig met hypnose en spiritisme.

Zijn literaire werk bevat ook veel autobiografische elementen. Hierdoor wordt het verhaal nog interessanter om te lezen. Je voelt dat het jezelf ook kan overkomen. Hierdoor leef je heel erg mee met het verhaal, ondanks dat je weet dat het een sprookje is.

Voor Johannes is het de beste manier om erachter te komen hoe de wereld in elkaar zit. Het wordt door dieren uitgebeeld. Ik denk dat dit de beste manier is om het leven te begrijpen. Tijdens het verhaal groeit Johannes op, hij wordt volwassen.

Het boek De kleine Johannes is uitgegeven in het jaar 1887. Dit merk je als lezen aan de manier waarop het geschreven is. In het boek worden veel woorden gebruikt die wijzen op het taalgebruik van vroeger. Hierdoor is het moeilijker om het boek te lezen maar wordt de sfeer die het verhaal met zich meebrengt wel veel beter.

Het taalgebruik in De kleine Johannes is verouderd, maar ondanks dat heel leesbaar. In sommige stukken wordt het boek door het oude taalgebruik veel mooier. Er komen veel symbolen en metaforen in het verhaal voor. Je kunt het verhaal ook goed volgen als je deze niet meteen allemaal herkent en begrijpt. Als je je meer in het boek gaat verdiepen, zul je ontdekken dat veel dingen minder eenvoudig zijn dan ze lijken. Hoewel De kleine Johannes een oud boek is, zul je er veel in kunnen ontdekken dat je ook aan het denken zet over jouw leven.

De titel is goed gekozen. Het woord kleine, dat betrekking heeft op Johannes, zou kunnen zijn omdat Johannes een klein en jonge jongen is. Maar het kan ook zijn dat deze titel gekozen is omdat Johannes klein wordt gemaakt door Windekind.

De kleine Johannes is een boek wat je aan het denken zet. De personages uit het boek kan je vergelijken met de personen en gebeurtenissen in je eigen leven. Dit maakt het een interessant boek om te lezen.

donderdag 6 juni 2013

Tirza (Arnon Grunberg)

Vraag 1          “Alle liefde is een offer” (blz. 12 van  “Tirza”)
a          Hoe centraal staat liefde in “Tirza”? Beargumenteer je antwoord.
Liefde staat heel centraal in ‘’Tirza’’. Tirza’s vader geeft Tirza alle liefde omdat zijn vrouw en zijn oudste dochter hem hebben verlaten. Verder is ook de liefde van Tirza voor haar vriendje Choukri heel belangrijk. Ook ontstaat er liefde tussen Jörgen, de vader van Tirza, en het Afrikaanse meisje.

b          Het boek heeft z’n motto ontleend aan “Monogamie”(1996) van de Engelse
psychotherapeut en schrijver Adam Philips
Noteer het motto en leg een verbinding met de roman.
‘’A couple is a conspiracy in search of a crime. Sex is often the closest they can get.’’ – Adam Phillips

Letterlijke vertaling van dit motto: ‘’Een stel is een samenzwering op zoek naar een misdaad. Seks is meestal het dichtstbijzijnde dat ze kunnen krijgen.’’
In ‘’Tirza’’ wordt seks veel in verband gebracht met geweld. Zowel de seks van Jörgen Hofmeester met zijn ex-vrouw, de seks van Ibi met de bovenbuurman en de seks van Tirza met Choukri heeft hier mee te maken.
Er wordt vaak gesproken over het beest in Jörgen. Daarmee bedoelt hij zijn zin in seks.
 

Vraag 2          Hofmeester heeft een verbond met Tirza en in eerste instantie ook met Ibi.
a          Waaruit bestaat het verbond met Tirza? (Baseer je antwoord op blz. 11, 40,
46/47, 123, 153, 178, 185, 196, 198, 218, 220/221, 306 en 429)
Blz 11: Tirza, de best gelukte. Uitstekend gelukt, zowel van binnen als van buiten.
Blz 40: Tirza vindt dat haar moeder haar in de steek heeft gelaten. Hofmeester leest stukjes uit de krant voor die hij grappig vindt. Tirza vindt ze niet grappig, maar vindt het oké dat hij dit doet.
Blz 46/47: De afwezigheid van een partner betekent voor Hofmeester vrijheid. Hij was samen met zijn kind. Onafscheidelijk waren ze, het kind en hij.
Als het om Tirza gaat, is Hofmeester altijd bang geweest voor het verlies.
Blz 123: ‘Tirza’, had hij gezegd toen Tirza een jaar oud was. ‘Jij allermooiste, jij allerliefste. Jij bent onze zonnekoningin. Alles kun je, want jij bent de zonnekoningin.’
Blz 153: Tirza. Hij heeft al die jaren voor haar geleefd, door haar geleefd, met haar geleefd, naast haar geleefd, onder haar.
Blz 178: Hij had Tirza nog. Niet alles was hem afgenomen. Ze hadden hem het mooiste gelaten, het beste, het liefste. Ze hadden hem de zonnekoningin gelaten.
Blz 185: Hofmeester lgt Tirza uit hoe ze een jongen moet verleiden.
Blz 196: Hofmeester wil geen reden hebben om zonde Tirza te leven. Zonder haar is leven niet meer denkbaar, en wat niet denkbaar is, is ongewenst. Zij is zijn bestaansrecht.
Blz 198: Hij drukt haar tegen zich aan, zijn leven, zijn bestaansrecht.
Blz 218: Tirza laat aan haar vader zien dat zij een vrouw is.
Blz 220/221: ‘Je hebt geen vrouw papa’, fluisterde ze. ‘Ik ben de enige vrouw die je hebt’.
Blz 306: Hij moet niet bang zijn. Tirza zal terugkomen uit Afrika.
Blz 429: Tirza de zonnekoningin. Zijn leven. Zijn hoop. Zijn toekomst.

Aan deze stukjes tekst zie je duidelijk dat Hofmeester lééft voor Tirza. Zij is alles voor hem.

b          Waaruit bestond het verbond met Ibi? (zie blz. 81/84, 92 en 96/122)
Blz 81/84: Van Ibi verwachtte hij veel, van Tirza alles. Ibi heeft haar studie natuurkunde opgegeven om in Frankrijk een bed & breakfast te beginnen. Als hij er aan denkt, maakt het Hofmeester misselijk.
‘Ben je gelukkig?’ vraagt hij. ‘Sinds wanneer interesseer jij je voor mijn geluk pap?’ ‘Ik interesseer me voor je welzijn’. ‘Welzijn is niet hetzelfde als geluk pap’.
Blz 92: Alsof ze zijn schaamte doorzag. En dat inzicht maakte haar minder vrij, bond haar aan de man die ze ‘papa’ moest noemen…..
Het was wat vade en dochter bond. Het was hun geheim, het was hun verbond. Het was het enige moment dat ze weer vader en dochter waren en geen vreemden die toevallig in hetzelfde huis woonden.
Blz 96/122: Hofmeester betrapt Ibi met de huurder.

Hofmeester en zijn dochter Ibi leven met elkaar zonder emotionele band. Ze laten elkaar begaan. Ze hebben een bloedband, maar voelen daar verder niets bij.
 
c          Waardoor loopt dat verbond met Ibi stuk? (zie ook blz. 81/84, 92 en 96/122)
Dat verbond met Ibi loopt stuk door de vrijpartij van Ibi en de huurder. Hofmeester betrapt hen. De manier waarop hij hiemee omgaat maakt het laatste beetje gevoel tussen Ibi en hem stuk.

d          In hoeverre is er sprake geweest van een verbond tussen Hofmeester en z’n
vrouw? (Baseer je op blz. 41, 53/74, 148, 152, 204/207, 260, 262 en 307)
Blz 41: Je kunt gerust zeggen dat ik het niet bij je uit hield Jörgen. Niemand had het hier uitgehouden. Niemand die normaal is.
Blz 53/74: ‘Stoort het je dat ik er ben?’, vroeg ze. ‘Ik weet het niet,’ zei hij. ‘Misschien was het beter geweest als je niet was gekomen, maar je bent er. Dat is goed.’
‘Mijn Jörgen. Weet je, ik heb me nooit tot je aangetrokken gevoeld. Nooit.’
‘Sloom vond ik je, niet alleen in bed, ook daarbuiten.’
‘Er was geen lust tussen ons.’
‘Het beest in ons is dood.’
Blz 148: Als zijn vrouw een feest gaf, trok Hofmeester zich terug. Of hij ging met hapjes rond. Dan hoefde hij niet met iemand te praten.
Blz 152: Ik ben naar jou terug gekomen. Omdat ik wist dat je me niet zou wegsturen.
We hebben niemand anders.
Blz 204/207: Hij walgt van haar en hoe meer hij walgt, hoe meer hij hoopt dat ze nog even tegen hem aangedrukt blijft staan.
‘Ga weg vieze vrouw, ga weg.’
En terwijl hij zijn handen afveegt aan zijn schort bedenkt hij dat hij ‘wij’ heeft gezegd. Wij, zonder erbij na te denken. Hij haat wij.
Weet je wat wij zijn, wij met z’n tweetjes? Wij zijn kapot.
Blz 260: Ik ben alleen maar terug gekomen omdat ik nergens anders heen kan. Niemand wilde mij, Jörgen. Niemand wilde mij.
Blz 262: ‘Hoe lang blijf je?’ vraagt hij. ‘Ik weet het niet,’ zegt ze. ‘Ik kan nergens heen. Waar moet ik heen? We kunnen nergens heen.’

Hofmeester en zijn vrouw voelen zich niet tot elkaar aangetrokken. Vroeger niet, en nu nog steeds niet. Ze accepteren elkaar omdat ze niemand anders hebben. De vrouw zegt steeds onaardige dingen tegen Hofmeester. Toch accepteert hij dat ze weer bij hem komt wonen.
 

Vraag 3          De echtgenote van Hofmeester verwijt hem oorzaak te zijn van Tirza’s anorexia.
a          Welke “fout” beging Hofmeester in de opvoeding van Tirza, waardoor ze ziek
werd? (zie blz. 81/82, 169/170, 212/221, 228, 230/233, 236, 238 en 365)
Blz 81/82: Van Ibi verwachte hij veel, van Tirza alles. Dat allebei z’n dochter zouden promoveren beschouwde hij als iets vanzelfsprekends.
Blz 169/170: Vroeger las hij veel voor aan de kinderen, ook uit boeken die ze nog niet konden begrijpen. Om de liefde voor kunst en cultuur bij te brengen, moet je kinderen op hun tenen laten staan.
Blz 212/221: ‘Praat u wel eens met uw dochter?’ ‘Ik praat veel met haar. De laatste tijd veel over Tolstoj. Zijn afwijzing van de kunst, van de literatuur…’ ‘Daarover praat u met een meisje van 14?’ ‘Ze is hoogbegaafd, zoals u weet. Hoog- hoogbegaafd.’
Blz 228: ‘Tja,’ zei de man. ‘Ze is bezig controle over haar leven te krijgen, de controle te herwinnen. Haar ziekte is daarbij eigenlijk een middel.’
Blz 230/233: ‘Jij,’ zei ze, ‘Jij hebt dat kind vergiftigd. Geen moment heb je het alleen gelaten. Geen moment had het rust. Moest het niet naar celloles, dan moest het wel naar zwemles, moest het niet naar zwemles, dan moest het wel voorgelezen worden uit weet ik welk boek uit de Russische bibliotheek, moest het niet voorgelezen dan moest het wel mee om wijn te kopen. Je hebt haar kapot gemaakt.’
Blz 236: Controle. Alsof in dat woord de verklaring zat voor alles. Voor zijn leven, de ziekte van zijn dochter.

Hofmeester verwachtte veel, heel veel van Tirza. Hij legde de lat voor haar heel hoog. Meerdere keren in het boek zegt Hofmeester dat Tirza hoog- hoogbegaafd is.

 

Na de diagnose “anorexia” probeert Hofmeester afstand te nemen en probeert zijn
angst onder controle te houden. (vanaf blz. 238)
b          Hoe denkt Hofmeester over controle en beheersing? (Baseer je op blz. 18, 24,
26, 31, 80, 108, 110/111, 137/141, 188, 228, 236, 389 en 403)
Blz 24: De zwakte, hij verafschuwde de zwakte. Hij haatte de zwakte.
Blz 26: Langzaam kalmeerde hij. Hofmeester had alles weer onder controle.
Blz 80: Hofmeester laat niets aan het toeval over. Men moet zich voorbereiden op wat mis kan gaan.
Blz 108: Deze keer beheerste hij zich, hij had alles weer onder controle.
Blz 137/141: Vanaf die dag reisde hij vijf ochtenden per week naar Schiphol. Hofmeester ontwikkelde een routine. In de ochtend deed hij de twee vertrekhallen, dan lunchpauze, een broodje brie en een appel, water dronk hij op de herentoilet. Tijdens de lunchpauze las hij het manuscript van de auteur uit Azerbeidzjan. En in de middag deed hij de vertrekhal weer.
Blz 228: Controle, herhaalde Hofmeester, alsof het een woord in een vreemde taal was waarvan hij de betekenis niet kende, en zo voelde het ook. Hij wist niet meer wat controle betekende. Hij schreef het woord op in zijn notitieboekje, zonder dat hij precies begreep waarom, en hij onderstreepte het een paar maal.
Blz 236: Hij keek naar zijn eigen handschrift, naar het woord zelf, alsof in dat woord controle, in de twee onderstrepingen, de verklaring zat voor alles. Voor zijn leven, de ziekte van zijn dochter, de ziekte van de blanke middenklassen, de ziekte die hij was en die hij niet meer wilde zijn.
Blz 389: Ik ben een mens zonder mededogen. Ik veloor mijn controle wellicht. Maar pas toen ik mijn controle verloor werd ik wie ik was. Dat gedeelte van Jörgen Hofmeester dat buiten de wet staat is zijn harde kern. Daarom ben ik hier. Zo ben ik hier beland. Omdat ik er niet langer aan hoef te twijfelen wie ik ben.
Blz 403: Nu weet je wie ik ben. Ik wist het zelf ook niet. Je weet niet wie je bent tot je de controle verliest.

Hofmeester probeert alles onder controle te hebben. Zijn hele leven bestaat uit controle en beheersing. Hij zal nooit iets doen in een andere volgorde of op een andere manier dan hij gewend is. Alleen als hij zijn dochter vermoord is hij de controle kwijt.

c          Waarvoor is hij zo bang?
Jörgen Hofmeester is bang om zichzelf te leren kennen. Zolang hij alles probeert onder controle te houden, gaat het goed. Maar hij is bang om de controle te verliezen waardoor de echte Jörgen Hofmeester naar boven komt.
 

Vraag 4          “De vernedering, dat was de constante factor”. (zie blz. 131)
Waaruit bestaat de vernedering van Hofmeester in:
a          het gesprek met z’n echtgenote (blz. 55/74)?
Zijn echtgenote zegt zich nooit tot Hofmeester aangetrokken te hebben gevoeld. Ze vond Hofmeester te oud. Haar vriendinnen vroegen: Wat moet je met die oude sukkel? Een oud trekpaard. Hij is oud, maar als hij dood is heb je nog een leven voor je.
Hofmeester: ‘Ik ben niemand. Mijn ego was groot, maar ik heb het gehalveerd en jij hebt het vermalen tot een gehaktbal.’
De vernedering van Hofmeester in het gesprek met zijn echtgenote bestaat uit de uitspraak van zijn echtgenote dat hij een onaantrekkelijke sukkel is. Zij voelt zich seksueel niet tot hem aangetrokken en vraagt zich zelfs af of Hofmeester misschien homo is.

b          de scène met Ibi (blz. 96/108)?
Hofmeester betrapt zijn dochter Ibi tijdens een vrijpartij met de huurder. Hofmeester wordt razend. Hij slaat een lamp stuk op het hoofd van de huurder en neemt Ibi mee. De huurder keek triomfantelijk toen hij seks met Ibi had. Ibi is minderjarig. Hofmeester wilt zijn dochter beschermen, maar hierdoor wordt hij buitengesloten door zijn vrouw en dochters. Ibi blijkt vaker seks te hebben gehad en zelfs de pil te slikken zonder dat Hofmeester hiervan op de hoogte is. Hij merkt dat hij er niet bij hoort. Hij lijkt wel uit een ander land te komen.

c          het debacle met het hedge fund (blz. 172/176)?
Hofmeester belegt een miljoen in een hedge fund. Een hedge fund is een soort beleggingsfonds dat winst kan maken als de markten niet stijgen. De bankadviseuse adviseert Hofmeester zijn beleggingen te spreiden, maar hij weet het zeker: ‘Je moet vertrouwen hebben, een beetje risico hoort erbij.’ Dan, twee jaar later, komt Hofmeester bij de bank en blijkt zijn geld in rook te zijn opgegaan. Verdwenen. Weg. Hofmeester voelt zich verslagen door de wereldeconomie. De wereldeconomie is een vijand, eindelijk een echte vijand, zonder naam en gezicht, waar je geen verhaal kan halen. Dan hoort hij van de bankadviseuse dat een van de oorzaken de elfde september is. Hierdoor krijgt de anonieme wereldeconomie een gezicht, een lichaam, een naam voor Hofmeester. Mohammed Atta, de piloot van het eerste vliegtuig dat op elf september in het WTC vloog, heeft Hofmeesters hedge fund ‘onthoofd’. Hofmeester is al zijn geld kwijt.

d          de scène met Tirza en Choukri (blz. 300)?
Hofmeester betrapt Tirza en Choukri tijdens een vrijpartij. Tirza ligt op tafel. In Hofmeesters ogen wordt ze gebruikt door Mohammed Atta, opengescheurd. Hij vindt het dierlijk, afschuwelijk, onbegrijpelijk. Eerst heeft Atta zijn geld afgepakt, nu ook zijn geliefde dochter.

e          de scène met de werkster (blz. 386)?
Letterlijk zegt Hofmeester over zijn seksuele relatie met zijn werkster: ‘De kern van seksualiteit tussen volwassenen is de vernedering. Op zichzelf stelt seks niet zoveel voor. Op de vernedering na. Dat is waar het om gaat. Het genot zit in de vernedering. De verlossing zit in de vernedering.’
          

Vraag 5          Een mens zijn die voor anderen bestaat, betekent dat je een offerende mens bent.
Welk offer schuilt in de volgende overweging van Hofmeester: “Hij heeft het voor
anderen gedaan (…..) In de veronderstelling dat je pas echt leeft, als je het voor anderen doet, dat je niets bent als zelfverzorgend individu. genoeg hebben aan jezelf, je werk, aan Schiphol, dat is de ware doodzonde” (blz. 269)?
Hofmeester vindt dat hij leeft voor anderen. Hij had zelf zijn leven graag besteedt aan het schrijven van een naslagwerk over expressionistische dichters, maar heeft dit nooit gedaan omdat hij pas echt leeft als je het voor anderen doet.

           
                 
RECENSIEOPDRACHT:           lees eerst de bijgevoegde recensie goed door.
Recensie 1 door Mathijs de Ridder:
a          Hoe denkt de recensent(e) over het boek “Tirza”?
De recensent vindt het boek Tirza zeer goed.
‘Arnon Grunberg in topvorm, on-Nederlands, dé roman over het Nederland van na elf september 2001.

b          Met welke argumenten ondersteunt hij(zij) zijn(haar) standpunt?
In de recensie van Mathijs de Ridder staat:
·         Goede romans zijn boeken die verder kijken dan de navel van de schrijver. Tirza is alles behalve navelstaarderig.
·         Grunberg heeft geen beschrijvingen nodig om de lezer de mislukte persoonlijkheid van Hofmeester in de moderne wereld te laten voelen. Het boek is er tot in de kleinste details van doordrongen.
·         Het is Grunbergs grootste verdiensten dat dit verhaal exemplarisch is voor de wereld na 9/11.
·         Wat Tirza tot een grote roman maakt is de uitgebalanceerde compositie.
·         Maar er schuilt een nog veel gevaarlijker schoonheid in het boek en dat is de alledaagsheid.
·         Het is een akelig prachtig beeld van uw samenleving, waarmee Arnon Grunberg u kwetsen komt.

c          Vergelijk jouw mening met die van de recensent(e).
Noteer verschillen en overeenkomsten.
Ik ben het met de schrijver van de recensie eens dat het verhaal heel eenvoudig lijkt, maar er schuilt veel meer achter. Je leest mee hoe het dagelijks leven van Hofmeester verloopt, maar ondertussen is er meer aan de hand ‘in zijn gedachten’.

Ik ben het ook met de Ridder eens wat betreft het gegeven dat dit een super-Nederlandse roman is. Het speelt zich voornamelijk in het huis in Amsterdam af, met Nederlandse gewoontes, Nederlandse maaltijden enz. Het leest hierdoor makkelijk.

Ik ben het niet eens met de Ridder wat betreft zijn mening over dé roman over het Nederlands van na elf september. Het is een goed geschreven boek met een bijzonder plot. Maar ik vind dat de Ridder hiermee overdrijft.

Verder vind ik dat de recensent taal gebruikt die niet past bij het boek. Bijvoorbeeld: ‘’Het is het hysterische westen dat rondtolt in een logica van goed en kwaad, waarin het kwade niet een nog veel groter en uit fatsoen geboren kwaad wordt bestreden.’’ Ik vind het ook te ver gezocht.

 

KEUZEOPDRACHT:     maak in ieder geval drie van de vier onderstaande opdrachten.
K2        Bedenk vier andere goede titels voor het boek.
            Ga daarbij als volgt te werk:
a          Bedenk eerst waaraan een goede titel moet voldoen
Ik vind het belangrijk dat een titel of:
·         pakkend is. Het moet je interesse wekken om het boek te gaan lezen.
·         slaat op de hoofdpersoon in het boek.
·         geheimzinnig is. Je moet je dan afvragen waar het verhaal dan naartoe leidt.
·         het verhaal samenvat.
·         slaat op een thema uit het boek.

b          Noteer de vier titels
1.    Hofmeester
2.    Zonnekoningin
3.    De liefde voor een dochter
4.    Nooit meer hoog- hoogbegaafd

c          Leg voor elke titel uit waarom die goed bij het boek past
Breng die titels dus steeds in verband met het thema en motieven van het boek.
1.    Hofmeester is tenslotte de persoon in het boek waar je het meeste over te weten komt. Je kent zijn manier van leven, zijn gedachten, zijn problemen.
2.    Tirza is Hofmeesters oogappel. Voor hem draait alles om haar. Haar geluk, haar toekomst. Hij noemt haar zijn zonnekoningin. Haar geluk is hem alles waard. Wanneer hij denkt dat Choukri (in zijn ogen Atta) Tirza ongelukkig maakt, rest hem niets anders dan zijn zonnekoningin te vermoorden.
3.    De liefde van Hofmeester voor Tirza gaat zo ver, dat hij er alles voor over heeft. Hier draait eigenlijk het hele verhaal om.
4.    Hofmeester vindt dat Tirza hoogbegaafd is. Hij verwacht heel veel van haar. Hij legt de lat voor haar zó hoog, dat zij zelfs een eetstoornis ontwikkelt. Pas als hij deze controle op het (en haar) leven probeert kwijt te raken wordt zijn relatie met haar iets normaler. 

K3        Ga op zoek naar twee gedichten die goed passen bij het boek.
a          Neem deze gedichten op in je verslag.
1.
Het huwelijk – Willem Elsschot 
Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd
 in d’ ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
 haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
 toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
 
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard
 en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeren,
 hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
 en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paar.
 
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
 het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
 Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
 en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
 
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
 Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
 en rennen door het vuur en door het water plassen
 tot bij een ander lief in enig ander land.
 
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
 staan wetten in den weg en praktische bezwaren,
 en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
 en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
 
Zo gingen jaren heen. De kinderen werden groot
 en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
 bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
 een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
 
2.
Onzichtbaar – Hans en Monique Hagen 
 
een zucht is onzichtbaar
 net al de wind
 de nacht is onzichtbaar
 als de dag begint
 onzichtbaar zijn de dingen
 die ik kwijt ben
 die ik nooit meer vind
 maar
 met mijn ogen dicht
 zie ik alles
 wat mijn hoofd verzint
 
b          Zeg in eigen woorden wat er in de gedichten staat.
Gedicht 1: Dit gedicht gaat over een man die getrouwd is maar daar spijt van heeft.
Gedicht 2: In gedachten kun je alles werkelijkheid laten zijn.
 
c          Noteer zeker vijf overeenkomsten tussen het gedicht en het boek.
Gedicht 1:
1.    De man vindt de vrouw niet meer aantrekkelijk.
2.    Hofmeester gaat ook een seksuele relatie aan met iemand ‘in een ander land’, namelijk de Ghanese werkster.
3.    In het gedicht staat ‘en hoe zij tot hem opkeek, als een stervend paar.’ In het boek zegt de vrouw ook dat het beest in hen dood is.
4.    ‘Hij dacht: Ik sla haar dood.’ In het boek knijpt Hofmeester de keel van zijn vrouw dicht.
5.    De kinderen zagen dat hun vader een vervaarlijke aanblik bood. In het verhaal is Hofmeester de moordenaar van zijn dochter.

Gedicht 2:
Dit gedicht vind ik heel toepasselijk voor Hofmeester. Hij zal Tirza nooit meer vinden, maar in zijn gedachten is ze er gewoon nog en gaat hij naar haar op zoek. Hofmeester ‘ziet alles wat zijn hoofd verzint.’

K4        In dit pakketje bevinden zich minimaal twee recensies.
            Eén recensie heb je al behandeld bij de verplichte recensieopdracht.
a          Hoe denkt de andere recensent(e) over het boek “Tirza”?
b          Met welke argumenten ondersteunt hij(zij) zijn(haar) standpunt?
A+b:
Recensie 2 – Arjen Fortuin

De recensent vindt dat de schrijver zijn personages bestuurd als in een 19de eeuwse roman. Volgens hem gaat Tirza over de bevrijding van het beest uit de burger. Verder schrijft Fortuin over de jonge schrijven Grunberg en zijn eerder geschreven boeken. Volgens hem is het boek Tirza geschreven door een trotse, serieuze en vooral ambitieuze schrijver, die zich met het schrijven van iedere roman verder heeft ontwikkeld. De recensent is dus heel positief over de schrijver. Hij vindt het verhaal geduldig maar dwingend geschreven. Een boek dat je niet snel weglegt.

c          Vergelijk de meningen van beide recensenten met elkaar.
d          Noteer in een overzichtelijk schema de overeenkomsten en verschillen.
C+d:
Mathijs de Ridder:
·         Grunberg ontmaskert het kwaad dat in onszelf huist.
·         Tirza is een onrustwekkend portret van de blanke middenklasse.
·         Een super-Nederlandse roman.
·         Dé roman over het Nederland van na elf september 2001.
·         Een grote roman door een uitgebalanceerde compositie.
·         Een lang verstopte plot.
·         De schoonheid van het boek is de alledaagsheid.
·         Een prachtig beeld van de samenleving.
 
Arjen Fortuin:
·         Grunberg is een trotse en serieuze schrijver.
·         Tirza gaat over de bevrijding van het beest uit een voorbeeldige burger.
·         De meest precieze en complete roman die Grunberg schreef.
·         De spannendste roman van Grunberg.
·         Een breekpunt in het boek is als blijkt dat Hofmeester Tirza niet kan beschermen.
·         De schrijver houdt zich op de achtergrond: weinig grappen.
·         Hofmeester is een geloofwaardig personage. 

zaterdag 2 maart 2013

Aan niemand vertellen (Simone van der Vlugt)

Nieuwsgierig.
Ik heb dit boek gekozen omdat ik Simone van der Vlugt een erg goede schrijfster vind. Ze heeft al meerdere verhalen geschreven over misdaden. Dit boek is haar meest recente boek, het is nog niet zo lang uit. Ik was nieuwsgierig of dit boek weer zo goed zou zijn.
Er lagen grote stapels van dit boek in de boekwinkel. Met een rode sticker erop: de nieuwe van Simone van der Vlugt. Op de achterzijde van het boek staan twee recencies:
             ‘Het is duidelijk dat deze veelzijdige acteur de lat telkens hoger legt voor zichzelf.’ De Telegraaf.
             ‘Van der Vlugt toont dat ze in het construeren van een verhaal heel behendig is.’ NRC Handelsblad
 
Hierdoor trok het boek mijn aandacht. Als je dan ook nog de inleiding op de binnenflap van het boek leest, krijg je gewoon zin om te beginnen met lezen.
 

 
Het verhaal.
Op een avond vindt een man terwijl hij zijn hond uitlaat het lichaam van David Hoogland, een 28 jarige onderwijzer van een basisschool. Hij staat goed bekend, is geliefd bij leerlingen en collega’s en heeft een leuke vriendin. Ondanks dat blijkt David Hoogland te zijn vermoord. De klap met een hamer op zijn hoofd heeft hem niet gedood maar wel het afsnijden van zijn penis waardoor hij is doodgebloed. De moordenaar heeft de penis daarna in de mond van het slachtoffer gestopt als een soort handtekening. Rechercheur Moordzaken Lois Elzinga van het politieteam Noord-Holland Noord en haar partner Fred staan voor een raadsel. Er zijn bijna geen aanwijzingen. Het slachtoffer had een folder van een kunstexpositie in zijn zak maar een bezoek aan kunstenares Maaike Scholten brengt een oplossing niet dichterbij. Als er meer moorden volgen begint Lois langzaam maar zeker verbanden te zien. Voor het ontmaskeren van de dader neemt zij grote risico’s waarmee zij haar eigen leven op het spel zet.
 
Thema.
Een van de belangrijkste thema’s van het boek is DIS (dissociatieve identiteitsstoornis). Op het internet heb ik informatie gevonden over DIS:
‘’DIS is een psychische aandoening waarbij iemand afwisselend twee (of meer) van elkaar te onderscheiden persoonlijkheidstoestanden kan aannemen. Ten minste twee van deze persoonlijkheden nemen regelmatig het gedrag volledig over. Vaak heeft de patiënt ‘gaten in het geheugen’ die niet door vergeetachtigheid te verklaren zijn. Vaak weet de oorspronkelijke persoonlijkheid niets van de andere persoonlijkheden (ook wel alter ego’s, alters of binnenmensen genoemd). De andere persoonlijkheden weten soms wel af van de oorspronkelijke identiteit en van elkaar. De alternatieve persoonlijkheden zijn in die zin volledig, dat ze een eigen karakter en verleden hebben en soms ook andere uiterlijke kenmerken (een ander stem- en taalgebruik). De alterego’s kunnen allemaal een eigen naam hebben, maar het hoeft niet per se. Sommige mensen met DIS hebben geen namen voor hun alterego’s, maar toch zijn het andere persoonlijkheden.’’
De dader van de moorden is Tamara. Tamara is het alter ego van Maaike. Maaike is lief en aardig, Tamara is hard en gewelddadig. Dan is er ook nog een derde persoonlijkheid: Stefanie. Stefanie is nog jong en onschuldig.
 
Ter illustratie van het thema DIS twee fragmenten uit het boek:
Eerste fragment:
‘Stefanie, jij kunt ervoor zorgen dat Tamara geen mensen meer pijn doet.’
‘Hoe dan?’
‘Om te beginnen door mij los te maken.’
Verschrikt kijkt Stefanie op. ‘Nee, nee, dat gaat niet.’
‘Waarom niet? Je kunt toch een schaar pakken of een mesje?’
‘Dat hóórt ze,’ zegt Stefanie op een gedempte toon. ‘Maaike kan ons niet horen, maar Tamara wel. Ze hoort alles wat we zeggen.
 
Uiteg:
Tamara heeft een baksteen op Lois’ hoofd gegooid en daarna vastgebonden. De hele dag heeft Lois met Tamara gepraat terwijl ze daar vastgebonden lag. Als Lois de volgende dag wakker wordt zit Stefanie aan de rand van haar bed. Stefanie heeft Lois verbonden want Tamara had haar gestoken met een mes.
Ik denk dat het vanzelfsprekend is waarom dit fragment aansluit bij de thematiek van het boek. Maaike weet niets van de daden van Tamara en Stefanie. Tamara heeft al drie mensen vermoord maar Maaike hoort het allemaal achteraf van andere mensen. Ook hoort Maaike niet wat Tamara en Stefanie zeggen, terwijl dit andersom wel het geval is.
 
Tweede fragment:
‘Ze wilt terugkomen,’ fluistert Maaike. ‘Tamara probeert te wisselen.’
‘Hou haar tegen! Geef haar de kans niet.’
Lois ziet Maaikes ogen wegraaien en schreeuwt haar bijna terug. ‘Blijf hier! Maaike, kom op, je kunt het! Geef er niet aan toe! Tamara is moe, je kunt haar aan!’
 
Uitleg:
Lois heeft aan Stefanie gevraagd of ze met even met Maaike mocht praten. Lois praatte met Maaike over haar stoornis maar Maaike wist niet of ze er iets aan wilde doen.
 
Karakterbeschrijving.
Het boek is geschreven vanuit rechercheur Moordzaken Lois Elzinga. Zij is vrijgezel en gehecht aan haar  vrije leven. Lois is een harde werker. Haar familie vindt haar een workaholic. Lois sport veel, maar zorgt verder  niet altijd goed voor zichzelf. Hoewel ze tevreden is met haar leven, is ze soms jaloers op het gezellige gezinsleven van haar zus. Maar als een vriendschap dreigt uit te groeien tot een relatie (zoals met de psycholoog Onno),  neemt ze afstand om dit te voorkomen.
Ik vind het moeilijk om te beoordelen of ik op dezelfde manier in het leven sta als Lois. Zij is al volwassen. Ze woont zelfstandig en heeft een baan. Haar leven ziet er heel anders uit dan mijn leven op dit moment. Ik zou wel vrienden met Lois kunnen worden. Ze is nuchter en reageert rechtstreeks. Ze laat zich niet zo snel gek maken.  Deze karaktereigenschappen  passen ook bij mij.
 
Taalgebruik
Het boek is zo geschreven, dat je het gevoel hebt dat je zelf aanwezig bent. Dat wat er gebeurt wordt niet kort en zakelijk verteld, maar gedetailleerd.
Het is meer een soort ‘spreektaal’. Zoals je in het dagelijks leven zelf spreekt. Verder wordt er af en toe een grapje gemaakt, zonder dat dit erg opvallend wordt beschreven.
Het zijn vaak korte zinnen, gesprekken tussen twee personen.
Als voorbeeld een stukje tekst van blz 84: Hij gaat zitten en rekt zich eens goed uit. ‘Ik ben aan vakantie toe, met palmen en zon.’ ‘Ik dacht dat je net geweest was. Je tanden zien zo bruin.’
Nick is sportief genoeg om te grinniken. ‘Lachen met jou zeg. Wat ben je aan het doen?’ ‘Het zit me niet lekker dat we zo weinig opschieten, dus ik ga al het papierwerk maar eens doornemen’, zegt Lois. ‘Vooral van de mensen die ik zelf niet gehoord heb.’ ‘Rotklus’ zegt Nick. ‘Maar wel nuttig. Wil je koffie?’ ‘Lekker’.
  
Stemming tijdens het lezen
Tijdens het lezen van het boek werd ik soms een beetje bang. Ik vond het vies als Lois beschreef hoe de overledene erbij lag. Dit was vaak met veel bloed en de persoon lag vaak in een rare houding. Dit vond ik niet heel fijn om te lezen. Als Lois en Fred weer naar een plaats van delict moesten kreeg ik een raar gevoel en hoopte ik dat het mee viel.
Ook was ik aan het einde een beetje bang. Dit kwam omdat Lois naar het huis ging van Helen. Helen was op vakantie en Tamara had ingebroken en bevond zich in het huis. Lois wist niet dat Tamara in het huis was en werd in de tuin neergeslagen met een steen. Ik wist dat Tamara in het huis van Helen was, maar Lois wist dat niet. Hierdoor werd het wel extra spannend.
 
Boodschap of moraal
Het boek heeft mij niets gebracht in de zin van een boodschap of een moraal. Het is een spannend boek, dat je ter ontspanning kunt lezen. Het is geen informatief boek, waarbij je iets leert. Het enige dat het boek mij heeft gebracht is de informatie over de stoornis DIS. Ik wist niet dat DIS bestond. Toen ik het boek aan het lezen was vond ik het hierdoor erg onrealistisch. Op een gegeven moment ben ik achter de computer gaan zitten en ben gaan zoeken op het internet. Het is  dus een bestaande stoornis. Ik had er nog nooit van gehoord. Ik vind het een erge stoornis, vooral omdat de patiënt het (bijna) niet door heeft. Ik hoop dit in mijn omgeving niet mee te maken, dat lijkt me verschrikkelijk. Ik denk dat veel mensen niet van DIS afweten.
 
Vergelijking
Het boek dat ik in de eerste periode heb gelezen is Joël geschreven door Carry Slee. Dit boek gaat wel over een moord maar het gaat vooral over het leven van vier studenten. Wel gaat de hoofdpersoon uitzoeken wie het meisje heeft vermoord. Alleen dit wordt niet gedaan door de politie maar door een kamergenoot. Dit boek is geschreven voor jongeren en dat merk je ook aan de onderwerpen welke in het boek voorkomen en de schrijfstijl.
Het boek dat ik in de tweede periode heb gelezen is De donkere kamer van Damokles geschreven door Willem Frederik Hermans. Dit verhaal speelt zich af tijdens  de tweede wereldoorlog. In dit boek worden ook veel mensen vermoord maar dan weet de lezer gelijk wie de dader is, de hoofdpersoon.
Dit boek is al enige tijd geleden geschreven en dat merk je aan de woorden welke zijn gebruikt. Ik vond het een mooi boek, maar sommige stukken wat saaier.
Aan niemand vertellen is een spannend boek. Je wilt graag weten hoe het verhaal verder gaat. Het leest makkelijk, het is eenvoudig geschreven.  Ik vind het wel jammer dat al vrij vroeg in het verhaal bekend is wie het heeft gedaan. Hoewel het leuk is om te lezen en te ontdekken hoe Lois en haar collega’s de dader uiteindelijk ontdekken, wordt de  daardoor wel minder spannend. De uitleg over psychiatrische stoornissen is duidelijk maar erg saai beschreven.  Simone van der Vlugt zou nog meer verhalen kunnen schrijven met Lois Elzinga als hoofdpersoon.
 
Simone van der Vlugt:

 
Twee vragen
             De hoofdpersoon in Aan niemand vertellen is Lois Elzinga. Zij is rechercheur moordzaken. Dit betekent dat zij altijd klaar moet staan voor haar werk. Ook als ze op een feestje is kan ze worden opgeroepen. Zou jij dit kunnen? Zou jij je zo voor je werk kunnen inzetten dat je er altijd rekening mee kunt houden?
             In het boek komt de stoornis DIS voor. Had je hier al eens van gehoord? Kan je je voorstellen hoe het voor iemand zal zijn om meerdere personages in zich te hebben? Lijkt het je vreemd om met iemand om te gaan met deze stoornis?